Geneeskunde Op De Slavenschepen

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 14:07 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geneeskunde Op De Slavenschepen

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


D.H. Gallandat, die reizen naar de Afrikaanse kusten heeft gemaakt om medische hulp te verlenen bij het inschepen van slaven, heeft in een verhandeling voor het Zeeuwsch Genootschap de zorg van de Kamer der W.I.C. te Vlissingen voor de getransporteerde slaven geprezen. Het sterftecijfer lag daar opvallend laag. Hij instrueerde de Opper Heelmeesters op welke criteria zij de te koop zijnde slaven moesten testen en hoe zij de trucs van handelaren om gebreken van hun 'waar' te verbergen, konden ontmaskeren. Zo ried hij aan, de vrouwen te laten springen ter opsporing van eventuele verzakking van de baarmoeder. Zijn geneeskunde was grotendeels preventief: luchtzuivering (b. v. besproeiing met azijn of limoensap), zindelijkheid (de beste poetsers waren volgens hem 'malingen' dat wil zeggen lijders aan scheurbuik), waken tegen bedorven voedsel (b.v. door de vaten te laten uitroken met zwavel) en tegen bedorven water (b.v. door er enige druppels azijn of vitriool in te doen). Katten mochten op geen enkel schip ontbreken. De vrolijkheid moest al naar de aard van de stammen met `baillaaren' of dansen worden bevorderd. Een scheepsgeneesheer zou een vat van christelijke deugden moeten zijn, welke moesten worden toegepast bij de behandeling van slaven. Hij diende de beste boeken omtrent geneeskunde, vooral die voor zeevarenden, bij de hand te hebben. Hij moest dagelijks de zieken bezoeken, hun van de boeien ontdoen en limoenen of sinaasappelen verstrekken. Alsmedicijn ried hij simplicia (huismiddeltjes) aan zoals bast van Golyavewortelen, die in Guinee groeiden, insmeren met palmolieof olifantsvet. Ook baden en neerleggen op warm zand waren volgens hem effectieve therapieën. De ervaring had bewezen dat Guinese slaven sterker waren dan Angolese; de bocht van Benin en Gabor leverde volgens hem de zwaksten en onbekwaamsten op. De door Unger en Schoute geraadpleegde scheepsjournalen spreken wel uitvoerig over prophylaxie, maar nauwelijks over de therapie bij besmettelijke ziekten aan boord.


AUTEUR

A.M. Lauret


LITERATUUR

M.A. van Andel, Geneeskunde en hygiëne, 21-44. H.G. Gallandat, Onderrichtingen. A .E. Leuftink, De geneeskunde bij 's Lands oorlogsvloot. D. de Moul in, Hollands scheepschirurgijn. D. Schoute, Scheepschirurgijns journaal. Unger, Nederlandse slavenhandel, II, 60-61.