Al-te-klein-polder (3)

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 14:04 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Al-te-klein-polder (3)

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Verloren poldertje aan de oostzijde van Noord-Beveland; oppervlakte ca. 10 ha; officieel opgeheven m.i.v. 1 mei 1947.Het in 1670 bedijkte poldertje behoorde tot de heerlijkheid Kats. Al-te-Klein liep onder in 1682 en inundeerde als enige Noord-Bevelandse polder bij de vloed van 12 maart 1906. Bij de overstromingen kwam de last van vallen en afschuivingen. De val van 10 januari 1939 (zandverplaatsing ca. 550.000 m') werd het poldertje fataal. De zeedijk werd ernstig beschadigd en wegens de kosten niet hersteld. Bij de stormvloed van 7 april 1943 inundeerde de polder nogmaals, waarna hij werd prijsgegeven. Van 1961 tot de ingebruikname van de Zeelandburg (15 december 1965) werd vanuit de plaats waar het poldertje heeft gelegen de provinciale veerdienst op Zierikzee onderhouden. De daartoe aangelegde veerhaven (300 x 120 m) is thans nog in gebruik als werkhaven.


AUTEUR

J. Kuipers


LITERATUUR

De Bruin en Wilderom, Tussen afsluitdammen.