Aardaker/EvZ1982-1984
Vlinderbloemige plant met helderrode bloemen. Werd op zeer beperkte schaal onder gerst en tarwe (en ook wel apart) verbouwd om zijn knolletjes, die als een lekkernij werden gewaardeerd. De knolletjes zijn zo groot als hazelnoten. Zij zouden ook voor het branden van koffiesurrogaat zijn gebruikt; de Zeeuwse aardakers golden als de beste hiervoor. Verwilderd komt het gewas hier en daar nog voor.