Waterspitsmuis

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 14:02 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waterspitsmuis (neomys Fodiens)

De waterspitsmuis is met een lichaamslengte tot 105 mm en een staart van maximaal 77 mm lang, de grootste van de Zeeuwse spitsmuizen. De vacht is op de rugzijde donker leigrijs terwijl de buikzijde meestal vuiwit is, maar die kan ook donker zijn. Bij een lichte onderkant zit er om de anus- en geslachtsopening een donkere ring. Dit fraaie dier heeft een paar opvallende kenmerken. De snuit is dik en de achtervoeten zijn groot. Met een borstel van stijve haren aan de buitenkant van de achtervoeten wordt de effectieve grootte zelfs nog meer en dat is handig om goed te kunnen zwemmen. De onderkant van de staart heeft een kiel van haren, die vergroot de effectivieit van de voortbeweging in het water. De oorschelpen steken niet buiten de vacht uit; wel zitten er tussen oog en oor kleine witte vlekjes. De vachtharen hebben een speciale structuur: die zijn op doorsnede H-vormig, waardoor lucht in de vacht blijft zitten bij het zwemmen. Mocht het dier zwemmend worden gezien, dan geeft dat een zilveren indruk; in het water is dit ook een goede camouflage en bovendien een prima isolatie in het koude water. De punten van tanden en kiezen bij waterspitsmuizen zijn, net als de andere roodtandspitsmuizen, rood.


Meer informatie >>


AUTEUR

Bekker, J.P.


LITERATUUR

Bekker, J.P. e.a., 2010: Zoogdieren in Zeeland; Fauna Zeelandica Deel 6, Zoogdierenwerkgroep Zeeland, Stichting Het Zeeuwse Landschap, blz. 58-61

http://zoeken.zeeuwsebibliotheken.nl/?itemid=|library/vubissmart-zeeland|1681022