Klaver
Klaver |
---|
Klaver (trifolium)
Groot planten geslacht, behorend tot de familie der vlinderbloemigen, met in Zeeland twaalf in het wild voorkomende soorten. Alle hebben drietallige 'klaver'-blaadjes en een samengestelde bloeiwijze. Het meest algemeen is de witte klaver (Trifolium repens). Zoals de naam al zegt heeft deze soort witte bloemen. Zij komt hier algemeen voor in weilanden en wegbermen en dijken met een lage grasvegetatie. Enkele soorten, die sterk op de witte klaver lijken zijn de aardbeiklaver (T. fragiferum) en de basterdklaver (T. hybridum). De aardbeiklaver heeft echter meer rose bloemen, teruggekromde bladnerven en een na de bloei opgezwollen vruchtkelk. Deze soort komt in Zeeland meer voor dan elders in Nederland. Zij groeit vooral in zilte graslanden, langs zeedijken, maar ook wel op kleigrond in wegbermen. De basterdklaver onderscheidt zich van de witte klaver door vertakte, vaak rechtopstaande stengel en de soms enigszins rose bloemkleur. Deze soort komt in Zeeland plaatselijk voor in jonge wegbermen en slootkanten op kleigrond. Zij is echter zeker niet algemeen. Een andere algemene klaversoort is de rode klaver (T. pratense). In het wild komt deze vooral voor in wegbermen, slootkanten en op dijkhellingen. In weilanden ontbreekt deze soort meestal. Zij wordt wel geteeld als groenbemesting op de Zeeuwse akkers bemesting). Drie andere soorten, die sterk op elkaar lijken zijn: kleine klaver (T. dubium), draadklaver (T. micranthum) en liggende klaver (T. campestre). Deze soorten lijken op de hopklaver (zie rupsklaver). Zij hebben alle kleine gele bloeiwijzen. Het meest algemeen is de kleine klaver. Deze soort groeit overal in weilanden, grasvelden, wegbermen en op dijken e.d. De sterk op deze soort lijkende draadklaver is veel zeldzamer. Hij onderscheidt zich van de vorige door een kleiner aantal bloempjes per hoofdje, welke ook langer gesteeld en meer oranje-geel van kleur zijn. Van de draadklaver is slechts een beperkt aantal vindplaatsen bekend. De graslanden in het poldergebied en de binnenduinrand van Walcheren behoren tot de belangrijkste groeiplaatsen. Ook hier is deze soort evenwel zeldzaam. De draadklaver is ook bekend van enkele weilanden op Zuid-Beveland en in Zeeuws-Vlaanderen. De liggende klaver heeft per bloeiwijze meer en meer citroengeel gekleurde bloempjes. Deze soort komt plaatselijk vrij veel voor op zandige dijken en wegbermen. Zij is echter niet zo algemeen als de kleine klaver. In de graslanden van de binnenduineebieden van Schouwen, Walcheren en Zeeuws-Vlaanderen komen nog vier zeldzame klaversoorten voor: gestreepte klaver (T. striatum), ruweklaver (T. scabrum), ondergrondse klaver (T. subterraneum) en vogelpootklaver (T. ornithopodioides). Deze soorten zijn alle gebonden aan lage open graslanden op droge zandige grond. Met name de vogelpootklaver is zeer zeldzaam. De aanwezigheid van deze soorten en de draadklaver heeft Walcheren in botanische kringen de bijnaam van `klavereiland' gegeven.
In hetzelfde milieu als van bovenstaande soorten vindt men ook het hazepootje (T. arvense). Deze soort is echter minder zeldzaam, met name buiten Zeeland. Men vindt haar o.a. ook op spoorwegemplacementen en elders in Nederland op de zandgrond, ook in wegbermen, graslanden e.d. Zij komt ook hier en daar in het grensgebied van Zeeuws-Vlaanderen voor.
Auteur
-A.M.M. van Haperen
Literatuur
V. Westhoff, Het Klavereiland, 146-156.
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984