Dijkwater, Voormalig

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 14:00 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Dijkwater, Voormalig

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


1. Restgeul van de Gouwe, de stroom die Schouwen van Duiveland scheidde en in 1374 werd afgedamd. De naam Dijkwater wordt reeds vermeld door Melis Stoke: 'int Dijcwater'.

2. Poldergebied in de gemeenten Brouwershaven, Duiveland en Zierikzee; opgenomen in het Waterschap Schouwen Duiveland (opgericht 1959); oppervlakte ca. 240 ha; hoogteligging ca. 0,8 m N.A.P. (Ie ged.), 0,4 m N.A.P. (2e ged.).

Het Dijkwater 1e gedeelte sueert via het gemaal 't Sas in de polder bij Zierikzee (2 schroef-centrifugaalpompen met 2 electromotoren, capaciteit elk 125 m' per minuut bij opvoerhoogte 2 m; bemalingsgebied 2316 ha, uitslaand op haven Zierikzee). De afwatering van het Dijkwater 2e gedeelte geschiedt via het gemaal aan de Dreischorpolder. Dijkwater 1e gedeelte. Het Voormalig Dijkwater bestaat uit twee afzonderlijke gebieden. Het eerste gedeelte is een smalle strook tussen het oude 'Dichtste Sas' bij Zierikzee en het eveneens vervallen 'Verste Sas' bij de latere Adriana Johannapolder. De oppervlakte van dit gebied bedraagt ca. 60 ha. De afsluiting van dit deel van het Dijkwater had in 1899 plaats, toen t.b.v. de tramlijn naar Brouwershaven het Sas bij Zierikzee werd vervangen door een gronddam met duiker. Pas in 1926 werd de polder bij het toenmalige waterschap Schouwen gevoegd; voordien is er nooit een bestuur voor het gebied benoemd. Het Dijkwater 1e gedeelte inundeerde bij de vloed van 1 februari 1953 (watervrij 22 maart 1953). Kleine Polders.

Dijkwater 2e gedeelte. Dit deel van het Dijkwater, gelegen tussen de*Dreischoren de Sir Janslandpolder, aan het Grevelingenmeer, heeft een 9ppervlakte van ca. 180 ha. Het is de jongste polder van Schouwen-Duiveland. Het initiatief tot inpoldering ging uit van de dijkgraven der aangrenzende polders; zij meenden dat afdamming van het Dijkwater noodzakelijk was, o.m. om veiligheidsredenen (gezien de toestand, ontstaan na de ramp van 1953). In 1954 kwam de polder tot stand. De eerste inzaai had plaats in 1959. Tot 1960 had het Dijkwater 2e gedeelte een noodbemaling (hevelinstallatie) aan de Grevelingen. Bij de inpoldering kwam krachtens het recht van aanwas het ingedijkte land aan de Ambachtsheerlijkheden Dreischor en Sir Jansland. Het aan de Grevelingen grenzend noordelijk deel is Staatsnatuurreservaat (Min. C.R.M.), ca. 103 ha. De ingedijkte geul met oeverlanden is een belangrijk broeden overwinteringsgebied voor vogels.


AUTEUR

?


LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen II.