Historiepenningen

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 13:55 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Historiepenningen

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Onder de historiepenningen namen de zgn. rekenpenningen een belangrijke plaats in. Toen de munten nog niet tot het decimaal stelsel behoorden, leverde het rekenen voor velen moeilijkheden op; men liet dit over aan rekenmeesters die werkten met rekenpenningen en hiervoor gebruik maakten van een eenvoudige rekentafel. Deze rekenpenningen werden vaak door stedelijke of gewestelijke rekenkamers verspreid in grote hoeveelheden. Aangezien op rekenpenningen dikwijls historische gebeurtenissen werden uitgebeeld waren ze als zodanig zeer belangrijk. De Zeeuwse rekenpenningen, geslagen in roodkoper of zilver, hadden een gemiddelde doorsnede van 2,5 à 3 cm, in tegenstelling tot de historiepenningen die meestal groter van omvang waren. Eén van de oudste Zeeuwse rekenpenningen had betrekking op de inhuldiging van Philips II als Graaf van Zeeland, te Reimerswaal in 1549. Dit exemplaar werd geslagen te Antwerpen, gezien het muntteken: een hand. In 1562 kwam er een rekenpenning uit op ‘de ongunstige tijdsomstandigheden', nl. het voorspel van de 80-jarige oorlog, waarvan men de geschiedenis geheel kan volgen aan de hand van rekenpenningen. Een ongedateerde zilveren rekenpenning (doch volgens Marie de Man in 1577 geslagen) meldde de ontruiming van Tholen door de Spanjaarden. De vz vertoonde een bijbelse voorstelling, terwijl op de kz in het midden het wapen van Zeeland was afgebeeld, omringd door de wapens van de toen zeven stemhebbende steden, t.w. Middelburg, Zierikzee, Reimerswaal, Goes, Tholen, Vlissingen en Veere (Reimerswaal zou later als zodanig afvallen) en bovenaan het wapen met de helm van de ridderschap. Deze kz kwam, met variaties in de omschriften, op vele Zeeuwse rekenpenningen voor. Dat het Zeeuwse wapen op historie- en legpenningen een belangrijke plaats innam spreekt vanzelf; interessant is het echter, na te gaan hoe door de loop der eeuwen de versieringen rond het wapenschild, aan de stijl van de tijd zijn aangepast. In 1584 werd een zilveren historiepenning geslagen op het overlijden van Prins Willem I, met het muntteken van Middelburg. Op de vz een ijsvogel, vliegend naar haar nest dat op de golven drijft, met als omschrift de lijfspreuk van de Prins: `Saevis tranquillis in undis' (Rustig temidden der woelige baren); in 1588 werd er een zilveren historiepenning uitgegeven op de vernieling van de Armarda, ook hier ziet men duidelijk het muntteken van Zeeland. Steeds werden belangrijke gebeurtenissen in de 80-jarige oorlog op rekenpenningen herdacht, zoals de aankomst van de Hertog van Anjou te Vlissingen (1584), hulp van koningin Elizabeth van Engeland (1586) en afgeslagen vredesonderhandelingen (1592). Daartussenin, in deze serie oorlogshandelingen enigszins eigenaardig aandoend, een rekenpenning op de 'gelukkige scheepvaart der Nederlanders naar de Indiën' in 1596, om daarna weer in oorlogstoestanden te vervallen o.a. de overwinning bij Nieuwpoort in 1600 en de inneming van Sluis in 1604. Ter gelegenheid van het Twaalfjarig Bestand in 1609 werd een rekenpenning geslagen met op de vz, volgens de woorden van Van Loon, 'een langzaam kruipende schildpad', waarvan het door hem uit het Latijn vertaalde omschrift luidt: 'Dat de reden niet vermag geneest de uytstel'. De krijgsverrichtingen namen weer een aanvang. De slag op het Slaak bij Bergen op Zoom in 1631 werd vereeuwigd op een historiepenning van de bekwame stempelsnijder Johannes Looff, op de kz een fraai profielportret van Prins Frederik Hendrik. Zeer beeldend is de penning op de verovering van de stad Hulst, eveneens door Looff ontworpen. Op de vz de stad met wallen en op de voorgrond de belegerende troepen met forten en geschut. De kz vertoont een heel mooi gesneden Latijnse tekst omgeven door wijnranken en druiventrossen, met het wapen der Zeven Verenigde Nederlanden. Behalve het Zeeuws Museum bezit ook de Oudheidkundige Kring 'de Vier Ambachten' te Hulst een exemplaar van deze penning. Een rekenpenning van Looff is die op de 'onzekere vredesonder-handelingen te Munster' 1647, terwijl tenslotte een historiepenning van zijn hand de Vrede van Munster aankondigde. Al deze penningen werden uitvoerig beschreven door mr. Gerard van Loon in: 'Beschrijving der Nederlandsche Historiepenningen'. Na het sluiten van de Vrede van Munster in 1648, kwamen historische onderwerpen van algemene aard aan de orde. Een zekere Trewleben vond een werktuig uit, om voorwerpen uit gezonken schepen naar boven te halen. Het gelukte hem uit een voor de kust van Westkapelle gezonken schip, de lading boven water te brengen, ter ere waarvan een grote zilveren penning (doornsede 7 cm) werd uitgegeven, met afbeelding van het gebeuren. In 1676 sneuvelde de Zeeuwse admiraal M.A. de Ruyter. De medailleur C. Adolfszn. ontwierp ter gelegenheid daarvan een penning met aan de vz het portret van de admiraal en aan de kz de Nederlandse en Franse schepen in gevecht bij de kust van Sicilië. Vier verschillende penningen werden gemaakt ter herinnering aan de komst van de protestantse Salzburgers, die om godsdienstige redenen uit hun land werden verbannen en een onderkomen vonden in het Zeeuwse dorp Groede en omgeving. Eén hiervan verdient aparte vermelding. Het was een zgn. schroefpenning, een doosje dat op het eerste gezicht de indruk gaf een penning te zijn, doch wanneer men de twee delen waaruit het bestond uit elkaar schroefde, kwamen daaruit 17 cirkelvormige kleine gravures (doorsnede 3,5 cm) te voorschijn, waarop de geschiedenis van de Salzburgers. Een geheel ander facet van de Zeeuwse geschiedenis was de inhuldiging van de Prinsen Willem IV en Willem V als Markies van Veere en Vlissingen; hiervoor werden penningen uitgegeven in resp. 1751 en 1766. In 1786 laat de stad Zierikzee door de stempelsnijder De Meijer een sierlijk bewerkte zilveren penning vervaardigen t.g.v. de alliantie tussen Nederland en Frankrijk. In het Zeeuws Museum bevindt zich een zeer zeldzaam exemplaar in de collectie Zeeuwse historiepenningen, nl. dat ter herinnering aan de Engelse soldaat John Skinner die tijdens de beschieting van het fort Bath op Zuid-Beveland door de Franse vloot, het gepresteerd heeft om geheel alleen 12 door de Fransen vernagelde kanonnen weer bruikbaar te maken. Skinner ontving hiervoor uit handen van zijn commandant een zilveren penning met draagketting. Het exemplaar in het Zeeuws Museum is een afgietsel in tin, des te zeldzamer, omdat het origineel verloren is gegaan. Men ziet Skinner op de vz afgebeeld in actie op een kanon; het omschrift luidt: 'A reward of bravery and good conduet'. Op de keerzijde het Fort Bath met kanonnen, de Schelde met Franse schepen en de stad Antwerpen op de achtergrond.

Als een van de laatste historiepenningen met betrekking tot Zeeland zou kunnen geldende Anti-Annexatiepenning uit 1919, waarmee Zeeland en Limburg protesteerden tegen de annexatie hij resp. België en Duitsland. Deze omvangrijke penning (doorsnede 8,5 cm) uitgevoerd in zilver en brons, werd ontworpen door C.J. van der Hoef en J.J. van Goor en vertoonde aan de vz de Nederlandse leeuw en aan de kz het wapen van Zeeland en Limburg met de woorden 'O Nederland! Let op Uw saeck: Neemt acht op Uwer landenstaet!'


AUTEUR

A.A. van der Poel


LITERATUUR

Van der Meer, Schatten uit zee, 7-10. Noordbrabants museum, Op de penning, 16.


AFBEELDING

Penning, geslagen n.a.v. de teruggave van Vlissingen en Rammekens door Engeland in 1606; links de gedenktekst, rechts de wapens van de Zeeuwse steden. Penning, geslagen ter gelegenheid van de verovering van Sluis door Prins Maurits in 1604; links het veroverde gebied, rechts de gedenktekst.

Kleurplaten:

Een numismatisch curiosum is de zg. schroefpenning, uiterlijk een mooi gegraveerde penning, maar bij nadere beschouwing een klein doosje, want voor- en keerzijde zijn door middel van een schroefdraad met elkaar verbonden. In het inwendige kan dan een boodschap, een voorstelling of een memento worden verborgen. De oorsprong van dit type moet waarschijnlijk worden gezocht bij oorlogsnoodzaak. Een dikke munt, meestal een thaler, werd doormidden gezaagd, uitgehold en met berichten gevuld. Op die manier konden verkenners hun nieuws onopgemerkt door de linies smokkelen. Later werden ze wel toegepast voor meer ludieke doeleinden of, zoals in het geval van de Salzburgers, om een evenement een speciaal accent te geven. De Salzburgers legden de herinnering aan hun barre tocht naar de geloofsvrijheid in West Zeeuws-Vlaanderen vast in een schroefpenning, waarvan op deze en de volgende bladzijde enkele details. Boven: de opengelegde penning met aan de binnenkanten van de 'deksels' opgeplakte kaartjes van Salzburg en Litouwen, waarheen ook velen vluchtten. Beneden links en rechts: enkele van de handgekleurde gravures die, opgevouwen, in het doosje pasten. Een paar zijn er omgelegd om ook de beschilderde achterkanten te tonen. De inhoud van de penning, nu volledig opengelegd, een fraai staaltje van grafische kunst: 17 handgekleurde kopergravures, geplaatst als een kruis in een cirkel, die Gods oneindige zorg verbeeldt. De opstijgende vertikaal in het midden symboliseert blijdschap, hoop, bemoediging, geloof in de toekomst en troost; de horizontale lijn spreekt van angst, ellende, vlucht, onzekerheid en smart. De miniaturen zijn genummerd en beginnen midden boven met een afbeelding van Christus als herder met twee verschillende schaapskudden en in het Duits de tekst Joh.10:16 habe noch andere Schaffe'. Links daaronder no. 2: Mozes leidt de Israëlieten uit het diensthuis Egypte. Rechts van de Christus-gravure de bevrijding van de apostelen uit de gevangenis. Op de tweede rij successievelijk het voorlezen van Luthers geschriften, het aanbieden van een smeekschrift aan de bisschop en het onthoofden van een tot het lutheranisme bekeerde priester. Op de middelste rij het bevel tot emigreren, het afscheid, de grote voorganger Josef Schaitberger, bijbelstudie en het verbranden van hun boeken door soldaten. Zo gaat het verhaal verder tot men (17) in Augsburg de protestantse kerk bereikt. Voor meer details zie Bijdragen Geschiedenis West Zeeuws-Vlaanderen no 10, 1982.