Landbouwschap
Landbouwschap |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
(voluit: Gewestelijke Raad van het Landbouwschap van Zeeland). Gewestelijke commissie van het centrale landbouwschap, ingesteld bij algemene maatregel van bestuur in 1954, voortvloeiende uit de Wet op de Bedrijfsorganisatie van 1950, voorafgegaan door de Stichting voor de Landbouw, (1945-1954). Deze publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie is eigenlijk een horizontaal bedrijfsorgaan met overheidsgezag. Drie landbouworganisaties ZLM, CBTB en NCB werken er samen met de werknemersbonden FNV en CNV. De Gewestelijke Raad te Goes, een mini-landbouwschap, gesteund door een klein secretariaat, behandelt de regionale agrarische vraagstukken met de provinciale en plaatselijke autoriteiten. Belangrijke vraagstukken worden door g espeeld naar Den Haag; omgekeerd werkt men mee aan de uitvoering van het landelijk bepaalde beleid. In het bijzonder richt men zich op collectieve voorlichting en belangenbehartiging op het gebied van grondgebruik, ruimtelijke ordening (bestemmingsplannen), milieu-problematiek zoals zoetwatervoorziening, luchtverontreiniging en natuurbeheer, werkgelegenheid, taxatiewezen, loonwerk tarieven en wildschade. Voorts is belangrijk de controle op de uitvoering van verordeningen op o.a. de Wet op de aardappelmoeheid, de vergelingsziekte, de bestrijding van wilde haver, de ontheffingsvergunning voor de teelt van wintergerst. In noodgevallen is het orgaan meerdere malen succesvol als coördinerende hulpinstantie opgetreden.