Adriaan Hollestelle

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 13:51 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hollestelle, Adriaan

(Colijnsplaat 7 mei 1832 - Tholen 29 maart 1922). Onderwijzer; landmeter; opzichter bij waterschap en Rijkswaterstaat; gemeenteraadslid en wethouder van Tholen en lid van Provinciale Staten van Zeeland.

Afkomstig uit een zeer arm landarbeidersgezin, ging hij op kosten van het Algemeen Armbestuur naar de lagere school. Omdat zijn vader vroeg was overleden en zijn moeder de kost verdiende, werd hij opgevoed door zijn zusje en (later) door zijn grootmoeder. Na schooltijd was hij koewachter bij de werkgever van zijn moeder, tot hij op zijn dertiende jaar zelf ging werken: in voorjaar en zomer als veldarbeider en in de herfst als dijkwerker. Omdat hij op de avondschool, die hij 's winters bezocht, ijverig en hulpvaardig was, raadde de waarnemend hoofdonderwijzer (J.M. Stroes) hem aan zich voor het onderwijzersexamen te bekwamen. Op 12 oktober 1854 slaagde hij te Middelburg. Op 1 januari 1855 werd hij onderwijzer in Goes, maar vanwege de drukke werkzaamheden (twee maal dagschool, tussen- en avondschool), het verplichte kerkbezoek en heimwee naar zijn geboortestreek, zocht hij al spoedig een andere standplaats. Voorjaar 1856 werd hij onderwijzer te Scherpenisse, maar vanwege de geringe verdiensten solliciteerde hij in hetzelfde jaar naar de functie van werkbaas bij de calamiteuze polders in Zeeland. Ondanks zijn vroegere praktijkervaring als dijkwerker werd hij afgewezen,omdat hij het landmetersdiploma niet bezat. Door zelfstudie slaagde hij ook voor dit examen (18 september 1857) en werd op 11 mei 1859 aangesteld als werkbaas bij de calamiteuze polders. In 1862 legde hij vervolgens de examens af voor opzichter bij Rijkswaterstaat en het waterschap De Brede Watering bewesten Yerseke. In 1863 werd hij bij de laatst genoemde dienst in deze functie aangesteld maar na enige (vermeende?) tegenwerking trad hij op 1 januari 1864 in dienst van Rijkswaterstaat met achtereen volgens als standplaats Ellewoutsdijk(1864), St .-Maartensdijk (1867) en Tholen (1883). Na in 1890 tot opzichter 1e klasse te zijn bevorderd, verliet hij in 1898 de dienst. Hollestelle heeft zich veel bezig gehouden met de geschiedenis, waterstaatsbelangen en terreinvorming (geomorfologie) van zijn geboortestreek, waarover hij enkele werken publiceerde in het Archief van het Zeeuwsch Genootschap. Als blijk van waardering voor dit werk werd hij benoemd tot lid van dit genootschap en van het Nederlandsch Natuur- en Geneeskundig Congres. Op bestuurlijk (politiek) gebied is Hollestelle actief geweest als gemeenteraadslid en wethouder van Tholen en lid van de Provinciale Staten van Zeeland (1889) voor de Anti-Revolutionaire Partij.

Zie bibliografie.


AUTEUR

F. van Noordwijk, gecontroleerd redactie 2013


LITERATUUR

De Bruin, Hollestelle en zijn 'Levensboek' (AZG).

De Bruin, Adriaan Hollestelle (ZT).


AFBEELDING

Portret van Adriaan Hollestelle, opzichter bij Rijkswaterstaat van 1864 tot 1898, getekend

door C. Hollestelle.


Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


(Colijnsplaat 7 mei 1832 - Tholen 29 maart 1922). Onderwijzer (landmeter); opzichter bij waterschap en Rijkswaterstaat; gemeenteraadslid van Tholen en lid van Prov. Staten van Zeeland (1889). Afkomstig uit een zeer arm landarbeidersgezin, ging hij op kosten van het Algemeen Armbestuur naar de lagere school. Omdat zijn vader vroeg was overleden en zijn moeder de kost verdiende, werd hij opgevoed door zijn zusje en (later) door zijn grootmoeder. Na schooltijd was hij koewachter bij de werkgever van zijn moeder, tot hij op zijn dertiende jaar zelf ging werken: in voorjaar en zomer als veldarbeider en in de herfst als dijkwerker. Omdat hij op de avondschool, die hij 's winters bezocht, ijverig en hulpvaardig was, raadde de waarnemend hoofdonderwijzer (J.M. Stroes) hem aan zich voor het onderwijzersexamen te bekwamen. Op 12 oktober 1854 slaagde hij te Middelburg. Op 1 januari 1855 werd hij onderwijzer in Goes, maar vanwege de drukke werkzaamheden (2 maal dagschool, tusse- en avondschool), het verplichte kerkbezoek en heimwee naar zijn geboortestreek, zocht hij al spoedig een andere standplaats. Voorjaar 1856 werd hij onderwijzer te Scherpenisse, maar vanwege de geringe verdiensten solliciteerde hij in hetzelfde jaar naar de functie van werkbaas bij de calamiteuze polders in Zeeland. Ondanks zijn vroegere praktijkervaring als dijkwerker werd hij afgewezen, omdat hij het landmetersdiploma niet bezat. Door zelf-studie slaagde hij ook voor dit examen (18 september 1857) en werd op 11 mei 1859 aangesteld als werkbaas bij de calamiteuze polders. In 1862 legde hij vervolgens de examens af voor opzichter bij Rijkswaterstaat en het waterschap De Brede Watering bewesten Yerseke. In 1863 werd hij bij de laatst genoemde dienst in deze functie aangesteld maar na enige (vermeende?) tegenwerking trad hij op 1 januari 1864 in dienst van Rijkswaterstaat met achtereen volgens als standplaats Ellewoutsdijk(1864), St.-Maartensdijk (1867) en Tholen (1883). Na in 1890 tot opzichter 1e klasse te zijn bevorderd, verliet hij in 1898 de dienst. Hollestelle heeft zich veel bezig gehouden met de geschiedenis, waterstaatsbelangen en terreinvorming (geomorfologie) van zijn geboortestreek, waarover hij enkele werken publiceerde in het Archief van het Zeeuwsch Genootschap. Als blijk van waardering voor dit werk werd hij benoemd tot lid van dit Genootschap en van het Nederlandsch Natuur- en Geneeskundig Congres. Op bestuurlijk (politiek) gebied is Hollestelle actief geweest als gemeenteraadslid en wethouder van Tholen en lid van de Prov. Staten van Zeeland (1889) voor de Anti Revolutionaire Partij. Zie bibliografie.