Ockerus Ockersz. Hallinck/EvZ1982-1984
(16e eeuw). Kanunnik van St.-Pieter te Middelburg. Werd 6 mei 1561 door de domproost Cornelius van Myerop benoemd tot deken en provisor van Zuid-Beveland. De officiaal gaf aan de nieuw-benoemde deken het recht om uitspraak te doen in huwelijkszaken. Hij komt herhaaldelijk voor als begiftigd met of begever van vicarieën, zoals te Goes (altaar van O.L.Vrouw in de Maria-Magdalenakerk), 's-Heer Abtskerke (Lieve Vrouwe-altaar), Kattendijke (H.K ruis-altaar), Kruiningen (altaar van St.-Jan de Doper) en Overzande (0.L. Vrouwe-altaar). Hij bezit dan de collatie van de vicarieën in Walcheren nl. te Biggekerke (O.L.Vrouw), Ellewoutsdij k (St.-Antonius), Hoogelande (O.L.Vrouw) en Cleverskerke (St.-Joris), die bij het dekenaat Walcheren behoorden. Bij deze laatste vicarie wordt hij provisor van Walcheren genoemd. Hij is dus van Zuid-Beveland naar Walcheren bevorderd. Wel doet hij afstand van verschillende vicarieën, hetgeen er op wijst dat deze provisor waarschijnlijk de totale plundering van de oude kerk heeft beleefd.