Klaaskinderkerke (claeskynderkereke)

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 13:47 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Klaaskinderkerke (claeskynderkereke)

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Verdwenen dorp, parochie en oude heerlijkheid (158 ha) in het Ooster-Vierendeel van Schouwen; tot 1 januari 1961 behorend tot de voormalige gemeente Duivendijke, nu in de nieuwe gemeente Midden-schouwen.

Wapen: Dit komt voor op de kaart van Schouwen van 1540 (echter met een koek in plaats van een ring) en bij Smallegange (1696); werd op 31 juli 1817 voor de gemeente bevestigd.

Geschiedenis: Over Klaaskinderkerke is weinig bekend. De plaatsnaam herinnert aan de eerste bouwheer-patronus. De oudste vermelding vinden we in een oorkonde van 14 januari 1286 waarin sprake is van een verdrag, gesloten door Pieter Nobel en zijn broer (kinderen van ser Clais) met graaf Florens, waarbij zij hem geven 'de 'elt van der havene, ende van den dorpe ende van der herve, dat wi ghesproken hebben met u the makene int land, dat heet seer Claiskinder Nieuweland'. In hetzelfde stuk is ook sprake van het nabij gelegen ambacht Brijdorpe, dat de sluis en een vliet bekostigen zal. De kerk van Klaaskinderkerke was gewijd aan St.-Nicolaas en was waarschijnlijk een dochter van Brijdorpe. In 1535 was er in het kerkdorp een Onzer Vrouwenmeester, een pastoor, een godshuismeester en een Heilige Geestmeester. In de opgave van priesters die er de dienst vervulden, wordt in 1549 als laatste vermeld Michaelis Bense. Op Allerheiligen in het jaar 1570 werd het dorp door een stormramp getroffen; naar het schijnt zijn de bewoners na die fatale datum niet teruggekeerd. In de Kroniek van Smallegange (1696) wordt Klaaskinderkerke niet meer genoemd. In de Tegenwoordige Staat (1753) wordt vermeld dat van het oude Klaaskinderkerke alleen nog het kerkhof over is 'waarbij eenige weinige Boeren-Woningen staan'.

In het najaar van 1959 werd door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (Amersfoort) en het Instituut voor Antropobiologie der Rijksuniversiteit te Utrecht een onderzoek ingesteld op dit voormalig kerkterrein (niet begraafplaats). Het onderzoek vond plaats in het kader van de herverkaveling waarbij het op een hoogte gelegen kerkhof zou moeten worden geëgaliseerd. Het aangetroffen skeletmateriaal heeft interessante gegevens voor de antropologie opgeleverd.


AUTEUR

J.A. Trimpe Burger


LITERATUUR

Trimpe Burger en Huizinga, Klauskinderkerke.


AFBEELDING

Oudheidkundig bodemonderzoek op het kerkhof van het voormalige dorp Klaaskinderkerke. In 1570 na de Allerheiligenvloed raakte dit dorp ontvolkt.(Blz. 166)