Groote Gat
Groote Gat |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
1. Water ten zuidoosten van Oostburg (W.Z.VI.), op zijn breedst in de Nieuweveldpolder en versmald oostwaarts door de St.-Philipspolder lopend tot in de Mauritspolder; het is een overblijfsel van de Brugsche Vaart. De kreek was nog van strategisch belan bij de mislukte Belgische aanval op Oostburg (1830).
2. Water in de Beooster-Eedeen Hoogland-van-St .-Kruispolder, W.Z.VI. Uitlopers zijn: de Valeiskreek en Bieze, St.Kruis. Zie illustratie pagina 546.
AUTEUR
J. Kuipers
LITERATUUR
Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek. Van Oye, Groeiende stenen.
AFBEELDING
Het Groote Gat bij St.-Kruis. Op de achtergrond Aardenburg.