Winde

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 13:45 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Winde

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Plantengroep, waarvan in Zeeland thans drie soorten voorkomen. Twee hiervan zijn algemene akkeronkruiden: haagwinde (Calystégia sépium) en akkerwinde (Convó1vulus arvénsis). Deze soorten worden met de volgende volksnamen aangeduid: W., Z.B., N.B., Sch. D., Z.Vl.: bewinde; W., Th., Ph., Sch.D.: maoiwinde; W.: veewinde; W., Z.B., Th., Ph., Sch. D., Z. Vl.: pispotjes; Z.B., N.B., Sch., Z.Vl.: perrepluutjes. Voor de akkerwinde wordt ook wel de naam aerdwinde (W., Sch.) gebruikt. In de buitenste stuivende gedeelten der duinen komt ook de zeewinde (Calystégia soldanélla) voor. Dit is een in overig Nederland zeldzame plant, die in de Zeeuwse duinen plaatselijk vrij veel voorkomt. Op de dijken van de vroeger in het Zandkreekgebied gelegen Calandspolder groeide het zg. Calandsklokje (Convólvulus lineátus). Het betrof hier de enige wilde groeiplaats in Nederland. Met de afsluiting van het Veerse Gat en het afgraven der dijken ter plaatse is deze plant verdwenen.


AUTEUR

A.M.M. van Haperen