Albertus van Os/EvZ1982-1984
(?-9 sept. 1773). Orgelmaker. Vestigde zich in 1733 te Vlissingen na te Utrecht in dienst te zijn geweest bij de orgelmaker Willem van Limburg. Waarschijnlijk was hij ook werkzaam in Frankrijk, gezien de toevoeging aan zijn naam 'De Chantelu'. Van Os moet in hoofdzaak als huisorgelbouwer werkzaam zijn geweest. Zijn boedel bevatte bij zijn overlijden drie huisorgels waarvan er niet één bewaard bleef. In 1763 vertilde hij zich aan de opdracht tot de bouw van een orgel in de St .-Jacobskerk te Vlissingen. Bij de keuring bleek het orgel windziek, niet goed gestemd en met verschillende bouwkundige tekortkomingen. Dit experiment moet zijn carrière als orgelbouwer hebben gebroken; nevenbetrekkingen als cipier, waterschout en de exploitatie van een chocolademolen hebben wellicht het grootste deel van zijn tijd opgeëist.