Laurens Pieter van de Spiegel/EvZ1982-1984

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Wim van Gorsel (overleg | bijdragen) op 7 apr 2020 om 09:12 (Nieuwe pagina aangemaakt met '(Middelburg 19 januari 1736 - Lingen 7 mei 1800). Staatsman. Rechtenstudie en promotie (1758) te Leiden. Was secretaris (1759-1768), burgemeester en raad (1768-1780...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

(Middelburg 19 januari 1736 - Lingen 7 mei 1800). Staatsman. Rechtenstudie en promotie (1758) te Leiden. Was secretaris (1759-1768), burgemeester en raad (1768-1780) van Goes, secretaris van de Staten van Zeeland (1780-1785) en tenslotte raadpensionaris van Zeeland (1785-1787). Publiceerde staatkundige en historische geschriften, waarin hij zich deed kennen als een politiek conservatief en Oranjegezind staatsman. Stond in nauw contact met de Engelse gezant James Harris aan wie hij in 1786 het plan voorlegde Zeeland onder bescherming van Engeland te stellen, waarbij het in een eventuele oorlog een basis tegen Frankrijk en de patriotten in Holland zou kunnen zijn. Na de restauratie van Willem V (1787) werd Van de Spiegel, vooral op instigatie van Harris benoemd tot raadpensionaris van Holland. Als zodanig trachtte hij het stadhouderlijke gezag te consolideren en streefde hij, daarin gesteund door prinses Wilhelmina van Pruisen, naar een nauwe aansluiting bij Engeland en Pruisen, wat in april 1788 resulteerde in een defensieve alliantie tussen de drie landen, welke tevens aan de Staten-Generaal het voortbestaan van de staatsinstellingen garandeerde. Verder beveiligde hij de bestaande staatsinrichting door het instellen van een constitutionele eed, af te leggen door alle regenten, ambtenaren, predikanten en priesters, gevolgd door een Acte van Garantie (1788). waarbij de gewesten elkaar het voortbestaan van de instellingen waarborgden. Zijn binnenlandse hervormingen zijn beperkt gebleven tot de herziening van het verouderde quotenstelsel (september 1792) en de liquidatie van de West-Indische Compagnie. In september 1792 stelde Van de Spiegel aan een nieuwe benoeming voor vijf jaar de voorwaarde dat de Staten van Holland hem eensgezind bij zijn hervorming van de financiën en van de vloot, zouden steunen. De nog tijdelijk door hem tegengehouden oorlogsverklaring van Frankrijk (1 februari 1793) en de slechte afloop van de veldtocht van 1794 zullen hem wellicht iedere illusie hebben ontnomen. Toen in januari 1795 de Franse legers het land bezetten en de stadhouder naar Engeland vluchtte, bleef Van de Spiegel op zijn post. Op 4 februari werd hij door Bentinck gearresteerd en werden zijn handelingen door Valckenaer onderzocht, doch deze kon niets bezwarende vinden. Op 10 februari 1796 werd hij van de Gevangenpoort te 's-Gravenhage overgebracht naar het kasteel van Woerden. Op 20 december 1798 werd hij op aandrang van de gematigde Franse regering uit zijn hechtenis ontslagen, waarop hij zich bij zijn familie te Ysselstein vervoegde. Bij de Engels-Russische inval van 1799 week hij, uit vrees opnieuw gearresteerd te worden, uit naar Lingen, waar hij als adviseur van de latere Willem 1 onverwacht overleed. Voor zijn voornaamste publicaties zie bibliografie.