Johannes de Mey/EvZ1982-1984

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Johan Francke (overleg | bijdragen) op 24 dec 2019 om 10:55 (Nieuwe pagina aangemaakt met '(Middelburg 25 sept. 1617-Middelburg 8 april 1678). Theoloog. Stamde uit een Vlaamse familie, uit Belle afkomstig. Werd, na studie in Leiden, predikant te Ovezande-...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

(Middelburg 25 sept. 1617-Middelburg 8 april 1678). Theoloog. Stamde uit een Vlaamse familie, uit Belle afkomstig. Werd, na studie in Leiden, predikant te Ovezande-Driewegen (1640). Verwisselde deze gemeente een jaar later voor Baarland. Blijkbaar heeft de Mey zich in de Zuidbevelandse pastoriën niet erg thuis gevoeld. Hij durfde eigen wegen te gaan en verbond zich in 1642 voor 5 jaar aan Oost-Indië. Op weg daarheen hoorde hij in Plymouth dat er na zijn vertrek een aanklacht wegens onrechtzinnigheid tegen hem was in gediend en dat was in die dagen, na de synode van Dordrecht 1618/'19, een hoogst ernstige zaak. Hij keerde dan ook direct terug om zich, met succes, te verdedigen. In maart 1643 vertrok de Mey naar St.-Eustatius, waar hij preekte in het Nederlands, Frans en Duits. In 1645 gerepatrieerd, werd hij predikant te Zoutelande, nadat hij zich voor de classis Walcheren nog eens van alle verdenking van onrechtzinnigheid had moeten zuiveren. In 1649 verhuisde hij naar St.-Laurens, van waar Middelburg hem in 1649 beriep. Vanwege zijn talenkennis werden de Mey door Middelburg en de Staten van Zeeland belangrijke commissies en zendingen toevertrouwd. In 1670 werd hij scholarch of overdeken van het schoolmeestersgilde. Ook in de prediking ging de Mey een eigen weg. Hij hield zich aan de letterlijke tekst van de Schrift en was wars van allegorie, tegen de mode van die dagen in. Hoewel de classis het beroep van Momma naar Middelburg niet wilde goedkeuren, heeft de Mey hem toch bevestigd, wat hem weer allerlei moeilijkheden opleverde, coccejanen-voetianen) en de beschuldiging dat hij een weerhaan was. Maar bij een deel van de gemeente bleef de Mey in hoog aanzien. Tegelijk met Momma werd de Mey benoemd tot hoogleraar aan de Illustre School, omdat de magistraat hoopte met de ze twee heren de school tot nieuw leven te kunnen brengen. Behalve in de theologie was de Mey ook kundig in geneeskunde en natuurwetenschappen. Hij voltooide o.m. het insektenboek van Goedaert. Na zijn dood verschenen zijn verzamelde werken.