Tobago/EvZ1982-1984

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Johan Francke (overleg | bijdragen) op 18 nov 2019 om 13:27 (Nieuwe pagina aangemaakt met '(Nieuw Walcheren). Eiland in het Caribisch gebied, waarheen in 1628 (na verkenning in het jaar daarvoor) kolonisten werden gebracht met het schip van de Zeeuw. Gele...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

(Nieuw Walcheren). Eiland in het Caribisch gebied, waarheen in 1628 (na verkenning in het jaar daarvoor) kolonisten werden gebracht met het schip van de Zeeuw. Geleyn van Stapels, Jan de Moor, burgemeester van Vlissingen en de bescherming genietend van de West-Indische Compagnie, werd patroon van het eiland. Waarschijnlijk is deze kolonie al spoedig veroverd door Caribische Indianen, met steun van Spanje. In 1633 althans is er sprake van een commissie van de prins van Oranje, verleend aan een Engels man, om Nieuw Walcheren (de Zeeuwse naam welke het eiland gekregen had) voor de belanghebbenden te veroveren en opnieuw in exploitatie te nemen. In 1637 werd Tobago verwoest door een expeditie vanuit Santo Tomás aan de Orinoco. Voorlopig werd er toen niet meer naar Tobago omgekeken. Van 1642-1650 was er sprake van een Koerlands/ Zeeuwse vestiging op het eiland. De hertog van Koerland trachtte in 1650 met behulp van Amsterdamse kooplieden een combinatie te vormen om Tobago opnieuw te koloniseren. Dat mislukte echter, waarop hij in 1654 een eigen expeditie uitrustte om het eiland in bezit te nemen. Hij vestigde zich aan de noordkust. In diezelfde tijd arriveerde aan de zuidkust een Zeeuwse expeditie, georganiseerd door de gebroeders Lampsins uit Vlissingen, weldra versterkt niet kolonisten van St.-Eustatius en Guyana. Het jaar daarop gaven de Heren XIX aan de Lampsins verlof om op Tobago een patroonskolonie te stichten, onder een door hen aangestelde commandeur, wiens commissie door de Staten-Generaal en de West-Indische Compagnie moest worden bekrachtigd. Enige jaren bleven de twee koloniën naast elkaar bestaan, totdat de Zeeuwse commandeur zich in 1658 meester maakte van de Koerlandse vestiging. Sindsdien was Tobago particulier eigendom van Lampsins. De Franse kroon erkende dit en maakte Lampsins Baron van Tobago. Gedurende de Tweede Engelse oorlog kreeg de kolonie het hard te verduren. Uitgeplunderd en nagenoeg ontvolkt lag Tobago daar toen Crijnssen met zijn Zeeuws eskader verscheen en het weer onder Zeeuws gezag bracht. Bij de vrede van Breda bleef Tobago Nederlands, wat Lodewijk XIV als een gunst wenste te beschouwen. Tijdens de Derde Engelse oorlog werd het eiland veroverd door de Engelsen en eerst bij de Vrede van West minster teruggegeven. De erfgenamen van Adriaan en Cornelis Lampsins verkochten in 1676 hun eiland voor f 36.000,- aan de Staten van Holland en West-Friesland, die het onder toezicht stelden van de admiraliteit van Amsterdam, al was de kolonie ook op dat moment door de Fransen bezet. Korte tijd daarna werd Tobago heroverd door het eskader van Jacob Binckes; deze kon zich echter door gebrek aan versterking niet staande houden tegenover een door Jean d'Estrées aangevoerde vloot. Het eiland werd bij de Vrede van Nijmegen niet aan de Republiek teruggegeven.