Erwin Simpelaar

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Wimg (overleg | bijdragen) op 27 jun 2018 om 13:14
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Erwin Simpelaar

Geboren 9 januari 1978 Goes
Beroep atleet
VIAF [1]

Kogelstoter, afkomstig uit Goes.

Atletiekcarrière

Begin

Erwin Simpelaar begint zijn atletiekcarrière bij AV'56 uit Goes, waar hij succesvol is in meerdere disciplines als hardlopen, discuswerpen, verspringen, speerwerpen, kogelstoten, etc. Begin jaren negentig behaalt hij regelmatig prijzen bij provinciale en landelijke wedstrijden.[1] Als D- en C-junior wint hij al snel nationale titels bij het kogelstoten en discuswerpen.[2] Naast zijn trainingen in Goes volgt Erwin Simpelaar om de twee weken nationale trainingen bij bondscoach Piet Meydam. In de jaren daarna groeit Simpelaar door naar een nationale topper, die regelmatig in de prijzen valt en persoonlijke en Zeeuwse records scherper stelt.[3] Als gevolg van deze prestaties ontvangt MAVO-scholier Erwin Simpelaar in 1995 de prijs van Zeeuws sporttalent van het jaar.[4]

Nationale doorbraak

Erwin Simpelaar groeit vanaf 1995 langzaam naar de status van nationale topper en de vergelijking met kogelstoot-coryfee Erik de Bruin wordt steeds vaker gemaakt.[5] Zo wint hij in 1995 zijn derde nationale titel en verbetert voortdurend zijn eigen p.r.'s (en Zeeuwse records).[6]

In 1996 kwalificeert Simpelaar zich voor het jeugd-WK in Sydney, maar weet hij zich niet te plaatsen voor de finales. In 1997 wint Simpelaar de nationale titels op het jeugd NK bij het discuswerpen en kogelstoten.[7] Ook doet hij dat jaar voor het eerst mee aan de senioren-NK. Hij wordt daar derde bij het kogelstoten.

Andere club

Begin 1998 stapt Erwin Simpelaar over naar atletiekvereniging AV'34 uit Apeldoorn.[8] Daardoor kan hij deelnemen aan Europacup-wedstrijden. Wel blijft hij in Goes trainningen volgen onder leiding van zijn persoonlijk trainer Bert de Jonge.

Erwin Simpelaar (1998), foto: Willem Mieras, Bron: Krantenbank Zeeland, PZC 4 mei 1998, pag. 21.

De overstap van Erwin Simpelaar verloopt niet vlekkeloos. Door ziekte en blessures haalt hij aanvankelijk niet zijn oude niveau en valt voor het eerst buiten de prijzen. Wel wordt hij in 1999 tweede bij het NK kogelstoten.[9] Naast zijn atletiekcarrière volgt Simpelaar intussen de opleiding sportinstructeur aan het CIOS in zijn woonplaats Goes.

Terug naar Goes

In 2001 keert Erwin Simpelaar terug naar zijn oude club AV'56, omdat hij vindt dat het Apeldoornse AV'34 zijn afspraken niet goed nakomt. Op het indoor-EK behaalt hij dat jaar een derde plaats, op het NK (op de baan) wordt hij tweede. Ondanks deze prestaties boekt hij dat jaar weinig progressie en hij gaat daarom verder met een nieuwe trainer (Friso Hagman).[10]

In 2003 wordt Simpelaar bij het kogelstoten derde op het NK-indoor. De grens van achttien meter weet hij echter steeds niet te overtreffen en dat legt druk op hem. Eind 2003 neemt Simpelaar het onverwachte besluit te stoppen als kogelstoter. Zijn tegenvallende prestaties en het mislopen van de Olympische Spelen en het feit dat hij wil gaan studeren (fysiotherapie) zijn daar debet aan. Hij gaat verrassenderwijs in op een verzoek van bobsleeër Arend Glas om te gaan bobsleeën.[11]

Erwin Simpelaar als bobsleeër (2003), foto: Rudy Boogert, Bron: Krantenbank Zeeland, PZC 15 dec. 2003, pag. 17.

Bobsleeër

Zijn intermezzo als bobsleeër duurt slechts een half jaar. Omdat hij de professionele sportinstelling bij collega-bobsleeërs mist, haakt hij al snel af en hij zegt weer te gaan kogelstoten. Tot een serieuze comeback komt het echter niet meer.

PR

Zijn p.r. in het kogelstoten is: 18,08 meter. Daarmee staat hij op de 10e plaats op de ranglijst allertijden. Als reden dat hij als senior de aansluiting met de echte top niet kon maken geeft hij aan dat hij te klein was.[12]

Na de atletiek

Erwin Simpelaar is afgestudeerd fysiotherapeut. Momenteel is hij werkzaam als manueel therapeut en begeleidt diverse Zeeuwse sporters met krachttraining. Hij is tevens docent bij de opleiding sportfysiotherapie in Rotterdam.

Auteur

Wim van Gorsel, 2016

Bronnen

Sites

Noten