EPZ

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Electriciteitsproducent in Zeeland. EPZ is voor 70% eigendom van energiemaatschappij DELTA. De andere 30% van de aandelen zijn in handen van Energy Resources Holding. EPZ is de eigenaar van de kerncentrale Borssele. Daarnaast bezit EPZ zeven windturbines, met een gezamenlijk vermogen van 17 megawatt. Tevens is zij eigenaar van de kolencentrale Borssele. Deze heeft een vermogen van 427 Megawatt. EPZ telt ongeveer 450 werknemers.

EPZ
Energiecentrale EPZ foto: J. Wolterbeek, 2000, ZB, Beeldbank Zeeland, rec. nr. 128912

Geschiedenis van het bedrijf

Het begin

De Elektriciteits Produktiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) werd opgericht in 1987.[1] Het bedrijf ontstond door het samenvoegen van de electiciteitsproductie van het Brabantse PNEM en het Limburgse PLEM.[2] PNEM en PLEM kregen elk 50% van de aandelen EPZ. Op 1 juni 1990 kwam ook de PZEM (later: Delta Nutsbedrijven) er als aandeelhouder bij en kregen PNEM, PLEM en Delta elk een derde van de aandelen.[3]

1989: Electriciteitswet

De Electriciteitswet 1989 schrijft voor dat een productiebedrijf een minimumcapaciteit van 2500 MW te hebben. Dit leidt er toe dat een concentratie en schaalvergroting van de elektriciteitsproductie in Nederland plaatsvindt. Eind jaren 80 ontstaan zo vier grote elektriciteitsproducenten: UNA, EZH, EPON en EPZ.

Open dag EPZ; kerncentrale foto: J. Wolterbeek, 2000, ZB, Beeldbank Zeeland, rec. nr. 118792

1991: Kerncentrale EPZ

De kerncentrale in Borssele is vergelijkbaar met een gemiddelde gas- of kolencentrale. Het centrale netto vermogen tussen 1973 en 2006 bedroeg 449 MW. Door de bouw van een nieuwe turbine steeg dat in 2006 naar 485 MW.

In 1997 vond in de kerncentrale een grote modernisering plaats, vooral naar aanleiding van de kernramp in Tsjernobyl.

2000: Reorganisatie

In 2000 reorganiseert EPZ. De kerncentrale in Borssele wordt de enige productielocatie en Delta Nutsbedrijven verwerft 50% van de aandelen. Het Brabants-Limburgse Essent (voorheen: PNEM en PLEM) bezit de andere helft van de aandelen. Essent verwerft wel alle overige EPZ-centrales.

Sluiting?

In 1994 werd besloten Borssele eind 2003 - aan het eind van de geplande levensduur - te sluiten. Op initiatief van het EPZ-personeel werd deze beslissing bij de rechter echter (met succes) aangevochten. Het kabinet Balkenende II oordeelde in 2003 vervolgens dat sluiting onverstandig zou zijn - mede vanwege de inmiddels ondertekende Kyotodoelstellingen. Uiteindelijk werd in 2006 besloten Borssele tot 2033 open te houden

Op 16 juni 2006 wordt besloten de kerncentrale in Borssele tot 2033 open te houden.[4] In dit zgn. Borsseleconvenant wordt verder afgesproken dat Delta en RWE een fonds voor duurzame energie zal worden ontwikkeld (250 miljoen euro) waarin extra inkomsten - door het langer open kunnen houden van Borssele - terecht zullen komen. Een deel zal worden gebruikt voor duurzame energie. Na 2033 gaat de kerncentrale dicht en moet ze 'duurzaam'en veilig worden ontmanteld. Tot 2033 moet Borssele tot de 25% veiligste vergelijkbare watergekoelde kerncentrales van de EU, VS en Canada moet behoren. Om de vijf jaar zal dit via een benchmark worden gecontroleerd.

Geschil over aandelenpakket

De overname van Essent door het Duitse RWE leidt daarna tot onrust over de eigendomsverhoudingen van EPZ. Delta verzet zich tegen de overname van het aandelenpakket EPZ door de Duitse energiereus. Het leidt zelfs een rechtzaak, waarbij wordt beslist dat RWE de EPZ-aandelen van Essent (voorheen: PNEM en PLEM) niet zo maar mogen overnemen (10 juli 2009). Uiteindelijk zal RWE een minderheidsbelang van 30% accepteren. De kerncentrale komt daarmee niet in Duitse handen.[5] Wel wordt toegezegd dat RWE mag meedoen aan de ventuele ontwikkeling van een tweede kerncentrale in Borssele.

Auteur

W. van Gorsel, 2017

Literatuur

Bronnen

Website EPZ

Noten