Willibrord/EvZ1982-1984

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Johan Francke (overleg | bijdragen) op 18 apr 2017 om 05:54 (Nieuwe pagina aangemaakt met '(Northhumberland ca. 658 - Echternach 7 nov. 739). Bisschop, apostel der Friezen. Er zijn een aantal aanwijzingen, dat Willibrord als missionaris in Zeeland heeft g...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

(Northhumberland ca. 658 - Echternach 7 nov. 739). Bisschop, apostel der Friezen. Er zijn een aantal aanwijzingen, dat Willibrord als missionaris in Zeeland heeft gewerkt, maar bewijzen ervoor zijn niet aan te dragen. Zo vormen de sterke Willibrordtraditie in Zeeland, het bestaan van een Willibrord put in Zoutelande, het feit dat Westkapelle een Willibrordbedevaartplaats was en de vele kerken in Zeeland, die Willibrord als patroonheilige hebben, geen van alle een bewijs. Evenmin is de vermelding door Alcuinus, dat Willibrord op Walichrum een beeld stuk sloeg, een bewijs, want dit verhaal werd een eeuw na de dood van Willibrord geschreven, toen deze allang heilig en legendarisch was. Toch was Willibrord van grote betekenis voor Zeeland omdat hij in 695 de eerste bisschop van Utrecht werd, tot welk bisdom Zeeland van het begin af bijna geheel behoorde. Willibrord werd op jonge leeftijd in het klooster bij Ripon bij York opgenomen en hij vertrok in 678 naar het klooster Mellifont in Ierland, vanwaar hij, doorzijn abt enthousiast gemaakt voor de missie onder de Friezen, in 690 met twaalf metgezellen naar onze streken afreisde. De plaats waar hij landde is niet met zekerheid bekend; zowel Egmond als Antwerpen worden genoemd. Volgens Gottschalk begon Willibrord zijn missie ca. 690 op het eiland Wulpen, vanwaar hij zich naar Walcheren begaf (Hist. Geogr. dl. I, 16). De Frankische hofmeier Pippijn, die net de Friese koning Radbout had verslagen, wees hem Erisia Citerior als missiegebied aan. In 695, toen Willibrord door de paus in zijn missieopdracht werd bevestigd, begon zijn werk in Utrecht, waar hij de St. Salvator bouwde, dat Willibrord in de vijf jaren daarvoor toch in Zeeland heeft gepredikt, wordt eveneens waarschijnlijk gemaakt door het feit dat hij in zijn testament bezittingen in Zeeland heeft vermaakt aan de abdij van Echternach. Deze bezittingen (schenkingen van Frankische koningen) kon Willibrord hebben verkregen als gevolg van zijn werk in Zeeland. Ook is het dan beter verklaarbaar, dat Zeeland en een deel van Vlaanderen tot het bisdom Utrecht behoorden. Onbekend is of er vóór de vermoedelijke komst van Willibrord christenen waren in Zeeland, zoals dat in andere delen van ons land het geval was. Willibrord heeft hen in elk geval onder het gezag van Rome gebracht.