Bernardus Smytegelt/EvZ1982-1984
(Goes 20 augustus 1665 - Middelburg 6 mei 1739). Predikant. Studeerde te Utrecht. Op 20 mei 1689 werd hij beroepen te Borssele; in 1692 predikant te Goes. Toen in datzelfde jaar ds. Thilenius, jarenlang het hoofd van de voetianen te Middelburg, stierf heeft het Collegium Qualificatum diens wens, om door Smvtegelt te worden opgevolgd, geëerbiedigd en zo kwam Smytegelt in januari 1695 naar Middelburg, waar hij tot 1735 predikant is gebleven. In de jaren dat Smytegelt te Middelburg gestaan heeft, werd de stad verontrust door allerlei sectarische stromingen: labadisten (Jean de Labadie), die er nog altijd hun buitenkerkelijke kringen hadden. Leenhovianen, die naar het voorbeeld van Descartes en Spinoza voor de menselijke rede een grote plaats inruimden, aanhangers van Jacob Verschoor, die zuiverder in de leer wilden zijn dan de kerk, hattemisten, die ook te Middelburg hun conventikels hielden. Zonder een felle bestrijder te zijn geweest heeft Smytegelt tegenover die bewegingen alle nadruk gelegd op de kerk en haar sacramenten als tekenen en zegelen van Gods beloften, van welke men zich niet zonder schade kan losmaken. Als piëtist had Smytegelt niet genoeg aan de zuiverheid van de leer en een traditioneel christendom. Hij trad op als een boeteprediker en preekte over actuele zaken. Daardoor kunnen we nu nog veel van het Middelburgse leven in het eerste kwart van de 18de eeuw achterhalen. Beroemd is zijn prediking, op verzoek van de Middelburgse overheid toen het volk tegen haar in opstand kwam, waarin Smytegelt de regenten niet spaarde maar ook het volk op zijn fouten wees.
Volgens zijn tijdgenoten moet Smytegelt een opgewekt man zijn geweest, die met driftige pas door de straten van Middelburg ging. Van de Zeeuwse piëtisten werd hij de bekendste. Dit is des te merkwaardiger, omdat hij noch enig wetenschappelijk werk, noch predika ties heeft nagelaten. Smytegelt sprak voor de vuist weg. De vele preken van hem, die nu nog ijverig in bepaalde kringen gelezen worden zijn voor het merendeel door Maria Boter opgeschreven. Er zijn 17 tamelijk lijvige bundels uitgegeven (zie ook 'piëtisme).