Hoechst Vlissingen

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Voormalige fosforfabriek in Vlissingen-Oost. De vestiging van Hoechst in Vlissingen-Oost maakte deel uit van het Hoechst Holland concern, op zijn beurt weer onderdeel van de Duitse chemie-multinational Farbwerke Hoechst AG. Dit in 1960 opgerichte chemische concern Hoechst Holland had verder nog onderdelen in Amsterdam, Breda en Weert. De hoofdvestiging was gevestigd in Amsterdam. Vanaf 1995 werden basischemie-activiteiten afgestoten en werd door het concern ingezet op farmacie en biotechnologie. De Vlissingse fabriek werd hierna onderdeel van Thermphos Internationaal. De Vlissingse fabriek draaide tot eind 2012. Daarna werd de fabriek failliet verklaard. (LATER MEER)

Geschiedenis van het bedrijf

In 1966 koopt Hoechst Holland in Vlissingen-Oost een bedrijfsterrein. De keuze voor Vlissingen is vooral gelegen in de gunstige ligging aan (diep) zeewater, waardoor grondstoffen gemakkelijk kunnen worden aangevoerd. Daarnaast speelt de aanwezigheid van energie (kerncentrale) een rol. De fabriek wordt op 13 september 1968 feestelijk geopend door Prins Bernhard. [1]

Bij de start van Hoechst Vlissingen werken er 350 man in de fabriek. Al kort na de opening breidt de werkgelegenheid zich snel uit door de bouw van een tweede forforoven. Verder wordt in 1971 een tweede Hoechst-fabriek gebouwd voor de productie van dimethyl-dereftalaat (DMT) en polycondensaat; beiden grondstoffen voor de productie van de kunstvezel trevira. Ook dit levert veel arbeidsplaatsen op. De werkgelegenheid stijgt hierdoor naar ongeveer 800 man. [2]

In 1975 is er opnieuw uitbreiding en wordt een alkaan-sulfanaat fabriek gebouwd, waar grondstoffen voor wasmiddelen worden geproduceerd. Het levert tientallen extra banen op. Het totaal aantal werknemers stijgt daarmee tot iets boven de 1.000 man. In de zomer van 1975 wordt tegelijkertijd onverwacht werktijdverkorting aangevraagd voor 700 werknemers. De ingezakte markt voor fosforproducten is hiervan de oorzaak.

Auteur

W. van Gorsel, 2016

Bron

Noten