Pechiney

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Voormalig aluminiumfabriek in Vlissingen-Oost. (LATER MEER)

Geschiedenis van het bedrijf

1971: Begin

In januari 1969 besluit de directie van het Franse aluminiumbedrijf Pechiney zich in het Sloegebied (Vlissingen-Oost, Quarleshaven) te vestigen. Hoewel het bedrijf al eerder heeft geprobeerd vaste voet in Nederland te krijgen, wordt Pechiney vooral over de streep getrokken door een aantrekkelijke startsubsidie van 60 miljoen gulden en de zekerheid van goedkope stroom uit de dan nog te bouwen kerncentrale in Borssele. In een (geheim) contract met de Provinciale Zeeuwse Electriciteitsmaatschappij (PZEM) wordt overeengekomen dat de prijs van elektriciteit voor Pechiney minder dan een kwart zal bedragen van de normale consumentenprijs.

De keuze voor Vlissingen-Oost als vestigingsplaats is naast de goedkope stroom en de startsubsidie ook ingegeven door de ligging aan diep vaarwater. Hierdoor is een goede aan- en afvoer van grondstoffen en eindproducten verzekerd. [1]

De Pechiney-fabriek wordt op 1 oktober 1971 officieel geopend door Prins Bernhard. [2] In de openingstoespraken wordt vooral de bijzondere verantwoordelijkheid van het bedrijf voor het milieu benadrukt. Aluminiumproductie is immers een tamelijk milieubelastende activiteit. Milieugroepen zijn dan ook niet blij met de komst van het Franse concern naar Zeeland.

1972-1990: Doorgroei

Begonnen met ruim 700 werknemers groeit Pechiney in de jaren '70 uit tot een goed renderend bedrijf met zo'n 1.000 werknemers. In 1981 bedraagt de jaarproductie 170.000 ton aluminium in de vorm van gieterijlegeringen, extrusiepalen en walsblokken.

1990-1996: Conflict met Deltan

Begin jaren '90 ontstaat een conflict tussen het intussen door de Franse overheid in 1981 genationaliseerde Pechiney en stroomleverancier Deltan. Volgens een geheim gehouden accoord zou Pechiney moeten opdraaien voor de kosten van de opslag van radioactief afval. Het zou daarbij gaan om een bedrag van 200 miljoen gulden.[3]

Naast de relatief hoge kosten die Deltan in rekening brengt worstelt Pechiney in de jaren '90 ook met een overaanbod van goedkoop aluminium afkomstig uit de voormalige Sovjet-Unie. [4] Het brengt het voortbestaan van het bedrijf in gevaar. Een door Pechiney voorgestelde koppeling van de door hen betaalde energieprijs aan de (lage) prijzen voor aluminium wordt door Delta Nutsbedrijven afgewezen. [5]

De schuld van het aluminiumbedrijf aan de energieleverancier loopt intussen op tot boven de 100 miljoen gulden. Een bedrag dat Pechiney veel te hoog vindt, omdat daarin ook extra kosten van de verwerking van radio-actief materiaal in zijn opgenomen. Het leidt tot een arbitragezaak tussen Pechiney en Deltan, die Pechiney uiteindelijk weet te winnen. Hierdoor blijft het bedrijf - althans voorlopig - voor Zeeland behouden.

Korting

Intussen gaat Pechiney in 1993 akkoord met een aanbod van het ministerie van economische zaken de door Deltan berekende elektriciteitsprijs tijdelijk (voor 2 jaar) met een kleine 20% te verlagen. Op een later moment, als de aluminiumprijs weer zou aantrekken, kan Pechiney dan met terugbetaling van de schuld beginnen. Door deze deal is de werkgelegenheid bij Pechiney in ieder geval tijdelijk gegarandeerd. [6]

Nieuw contract

Na scherpe onderhandelingen sluiten Pechiney en Deltan voorjaar 1995 een nieuw concept-contract af voor de energielevering voor de komende tien jaar. Behoud van de fabriek tot 2006 lijkt hiermee gewaarborgd. De opluchting onder het personeel is dan ook groot. [7] Het duurt echter nog tot 1996 voordat het definitieve contract kan worden getekend. In het contract staat - naast onder andere een prijsafspraak - een bepaling dat Pechiney op momenten van nationale stroomschaarste de electriciteitsafname tijdelijk zal verlagen.

1996-1998: Challenge-project

Tussen 1996 en 1998 wordt het Challenge-project uitgerold. Naast een grotere zelfstandigheid voor de Vlissingse fabriek betekent dit dat in de Pechiney-fabrieken wereldwijd vanwege efficiencymaatregelen zo'n 4.000 banen moeten worden geschrapt. In Vlissingen-Oost - op dat moment met 860 werknemers - zal een en ander via natuurlijk verloop plaats vinden. Het productieproces wordt intussen meer en meer afgestemd op de productie van perspalen, die gebruikt worden bij de fabricage van kozijnen en scheepsmasten. [8] De kostenbesparingen die het Challenge-project teweeg brengen, de lagere energieprijzen en de aantrekkende aluminiumprijzen doen de winsten van Pechiney in deze jaren sterk stijgen.

1999-2002: Operatie TOP

Ondanks de sterk gestegen bedrijfswinsten kiest Pechiney er voor de bezuinigingsoperaties voort te zetten. In een nieuwe bezuinigingsronde, Total Operational Performance (TOP) genoemd, verdwijnen er opnieuw banen. Ditmaal gedwongen. Ook wordt gezocht naar lucratiever contracten met leveranciers. [9]

Het aantal banen vermindert van 900 naar 780(eind 1999). Uiteindelijk moet TOP leiden tot een personeelsbestand van ongeveer 600 in het jaar 2002.

Fusieplannen

Naast de verder bezuinigingsoperaties via TOP zijn er eind jaren '90 ook de eerste verkennende fusiebesprekingen tussen Pechiney en de aluminiumfabrieken Alcan en Alusuisse. Een en ander is het gevolg van de toenemende concentratie en schaalvergroting die er wereldwijd plaatsvindt onder aluminiumproducenten. [10]

Auteur

W. van Gorsel, 2016

Bron

Noten