Vitrite
Lampenvoetfabriek in Middelburg.
Geschiedenis van het bedrijf
Begin: 1887-1913
In 1887 werd in Middelburg aan het Armeniaans schuitvlot door Johan Boudewijnse en zijn broer Cornelis een gloeilampenfabriek opgericht, de tweede in Nederland.
Johan Boudewijnse was vertegenwoordiger van General Electric in Nederland. Deze fabriek zou de lampen produceren en het Brits-Amerikaanse bedrijf The Vitrite & Luminoid Company, van Theodore Mace en Alfred Swan, leverde de lampvoeten en lamphouders.
De lampvoeten en lamphouders bevatten een stof, vitriet genoemd, dat het meer gebruikelijke gips verving. Om de Britse octrooiwetgeving te omzeilen werd The Vitrite & Luminoid Company in 1889 verplaatst van Engeland naar Middelburg. The Vitrite Works Ltd. te Middelburg was geboren. De fabriek werd gevestigd op voormalig VOC-terrein, dat B. en W. - mede gelet op de werkgelegenheid en zonder de raad in te lichten - gretig ter beschikking stelde. In 1891 waren er 45 mensen werkzaam.
De nieuwe fabriek had het aanvankelijk heel moeilijk. Door de sterke concurrentie en het feit dat Theodore Mace zijn financiele bijstand niet kon nakomen ging de nieuwe fabriek in 1893 failliet. Het was Johan Boudewijnse die samen met M. van der Leije op 22 september 1893 de fabriek overnam. De nieuwe naam was de NV De Vitrite Fabriek, ook The Vitrite Works genoemd.
Het ging de fabriek voorspoedig. In 1900 werkten er 125 werknemers, in 1913 was dat gegroeid tot 450. De productie steeg van 3 miljoen lampvoeten in 1898 tot 86 miljoen in 1913. Hiermee was het lange tijd een van de grootste werkgevers van Zeeland.
1914-1945
Na de Eerste Wereldoorlog brak voor Vitrite een moeilijke periode aan. Vele landen sloten hun grenzen voor buitenlandse producten en de export stagneerde. Eind jaren '20 leefde de verkoop echter weer op.
Tijdens het bombardement van Middelburg (17 mei 1940) werd ook de fabriek van Vitrite niet gespaard. Ongeveer een derde van de gebouwen werd vernield. Ook eind 1944, bij de bevrijding van Zeeland, werd de fabriek opnieuw flink beschadigd.
1945-1970
Begin jaren '50 was het bedrijf hersteld van de oorlogsschade en kon de productie worden opgevoerd tot boven de 3 miljoen lampenvoetjes per week. Als grondstof voor de hulzen (het messing) werd onder andere gebruik gemaakt van de op Walcheren gevonden granaathulzen uit de Tweede Wereldoorlog. Belangrijke afnemers waren, naast moederbedrijf Philips, België, Griekenland, Zweden, Zwitserland, Egypte en een aantal Zuid-Amerikaanse landen.
1970 en verder
In de jaren '70 en '80 werd de Vitrite van het centrum van de stad (aan Maisbaai en Loskade) verplaatst naar de huidige locatie aan de Elektraweg op industrieterrein Arnestein. [1] Na een gedeeltelijke verhuizing in 1973 werd de fabriek aan de Maisbaai in 1985 definitief gesloopt. Alle activiteiten werden daarna voortgezet aan de Electraweg. [2]
Begin jaren '90 werden er hier 3-4 miljard producten per jaar geleverd aan lampenfabrieken over de hele wereld, zoals Philips.Al in het begin van de 20e eeuw had Philips een meerderheidsbelang in het bedrijf genomen, en in de zeventiger jaren werd het volledig overgenomen, waarna het onderdeel werd van Philips Lighting.
Vanaf de jaren '90 werd Vitrite in toenemende mate geconfronteerd met globalisering van de markt en concentratie van activiteiten. Het bedrijf zelf groeide uit tot de grootste producent van lampenvoetjes, zo'n 3,4 biljoen stuks per jaar. Verdere automatisering van het productieproces en de ontwikkeling van nieuwe materialen leidden tot nog efficiënter productie. Dit maakte het mogelijk producten van de hoogste kwaliteit tegen laagst mogelijke prijzen op de markt te brengen.
Vitrite heeft met aluminium, messing, glas en hardpapier lampvoeten gemaakt voor producenten van gloeilampen, TL buizen en andere lamptypen. Langzamerhand werd dit uitgebreid met hoogwaardiger delen van (kunst)stoffen voor autolampen. Vanwege de sterk toegenomen concurrentie van landen als China en India zijn de activiteiten voor de klassieke producten in 2005 overgegaan naar de Poolse Philips vestiging te Bielsko-Biała. [3] Deze operatie leidde tot banenverlies en bracht veel onzekerheden voor de werknemers met zich mee.
Bij Vitrite in Middelburg werkten in de jaren '70 zo'n duizend mensen. Halverwege de jaren '90 slonk dit tot de helft. In 2012 was dat nog ongeveer 150.
Heden
Anno 2013 concentreert de Vitrite zich op kunststof/metaaltechnologie en produceert onderdelen voor autokoplampen, auto stop- en signaallampen met lange levensduur en optische onderdelen voor ledlampen. Dit betreft producten die dienen te voldoen aan extreme kwaliteitseisen.
Vitrite heeft eigen lokale ontwikkelafdeling. Er is sterk geautomatiseerd met nadruk op proces- en kwaliteitsbeheersing in massaproductie. Er wordt ook onderzoek en ontwikkeling gedaan voor andere Philips-vestigingen. Het aantal werknemers is stabiel. In 2011 is het bedrijf vanwege sociale innovatie door MKB-krachtcentrale genoemd als een van de slimste bedrijven van ons land.
De Vitrite viel tot begin 2012 onder de businessgroup Automotive van Philips Lighting. Vanaf 1 april 2015 valt het bedrijf onder Lumileds waar het onder de naam Lumileds Nederland een productie- en ontwikkelcentrum voor massafabricage van kunststof en metaal onderdelen, vooral lampvoeten voor autolampen is.
Literatuur
Auteur
W. van Gorsel, 2016
Bron
Noten
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'Nieuwe lampenvoetfabriek van Philips met volledig productieprogramma', in: PZC, 27 maart 1973
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'Lubbers opende nieuw complex Vitrite-fabriek in Middelburg', in: PZC, 26 november 1985
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'Productie Vitrite deels naar Polen', in: PZC, 10 december 2004