Pieter de Bruijne
Pieter de Bruijne | |
---|---|
Pieter de Bruijne omstreeks 1940, collectie Jennifer Graedel-de Bruyne, bron: -[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid= | |
Geboren | 4 april 1866 Zierikzee |
Overleden | 1950 Climping Church (West Sussex) |
Beroep | koopman, reder van een walvisvaartmaatschappij |
Jeugd
Pieter Adriaan de Bruijne werd geboren te Zierikzee op Oude Haven 24 als zesde van zeven kinderen van Job Kosten de Bruijne (doctor in de verloskunde) en Judith Elisabeth-Mullock-Houwer. Beiden afkomstig uit welgestelde families. Op zijn negentiende vertrok hij naar Groningen om om zich in na twee jaar in 1887 te vestigen in Vendôme (Frankrijk), waar hij tot 1890 verbleef. Vermoedelijk studeerde hij in beide plaatsen. Op 1 februari 1890 woonde hij opnieuw te Zierikzee bij zijn ouders, maar in december van dat jaar werd hij uitgeschreven uit het bevolkingsregister van Zierikzee met de vermelding (24 december 1890) dat hij zich in Punta Arenas (Chili) gevestigd had.
Vertrek maar Patagonië
De Bruijne vertrok in 1890 per schip naar Argentinië waar hij zich vestigde in Buenos Aires. Waarschijnlijk kreeg hij van huis uit een behoorlijke wedde mee, want hij kocht daar een kudde runderen van circa vijfhonderd stuks die heij te paard over 2.400 kilometer tot diep in het zuiden van Chili bracht. Daar waren mogelijkheden om tegen minimale kosten enorme gebieden beschikken. Hij vestigde zich in de omgeving van Punta Arenas. Na zijn huwelijk vestigde De Bruijne zich op de Estancia Rio Verde, 90 kilometer noordelijk van Punta Arenas. Hij richtte er de Rio Verde Sheep Farming Company op. De firma bezat 13.182 hectare land met een waarde van 860.000 dollar. De Bruijne, die zich inmiddels Pedro de Bruyne liet nomen, dreef ook een rederij met Bernardo Ossenburg: De Bruyne & Ossenburg, die beshcikte over stoomschepen voor interterritoriaal verkeer. Ook bezat hij een firma Correa y De Bruyne, dat een pakhuis bezat. Verder exploiteerde hij de (goud)mijn Sociedad Exploradora de Tierra del Fuego
Gezin
Pieter de Bruijne trouwde op 30 oktober 1895 te Punta Arenas met de 22-jarige Maud Mattock, een Engelse wier vader, William Mattock, havenloods was. Zij kregen vier kinderen, waarvan de eerste in zijn tienerjaren aan tbc overleed. De andere kinderen waren Bernard (1898-1976), Gordon (1900-1972) en Norman (1904-1997).
Walvisvaart
Samen met de Noor Adolphus Amandus Andresen begon De Bruijne zich omstreeks 1904 voor de walvisvaart te interesseren. Andresen haalde uit Noorwegen een walvisjager met een harpoenkanon en samen met Mauricio Braun stichtten ze Andresen, De Bruyne en Cia, waarin hij zelf het grootste belang had. De walvisvaart in de wateren rond Vuurland verliep zo goed dat in 1906 de maatschappij Sociedad Ballenera de Magallanes met 100.000 pond sterling ingelegd kapitaal werd opgezet. Opnieuw was De Bruijne de grootste investeerder. De rederij kreeg een vloot met een fabrieksschip, twee jagers en een ponton. De Bruine gebruikte Deception Island (onderdeel van de Shetlandeilanden) samen met Antarctisch schiereiland als basis voor zijn operaties. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, in 1916, werd de maatschappij ontbonden. De investeerders hadden een fortuin vergaard.
Naar Engeland
Vanaf 1899 was De Bruijne de consul voor Nederland in Punta Arenas. Hij verbleef na zijn huwelijk een deel van het jaar in Engeland (en soms Nederland). Hij kreeg op 3 oktober 1913 de Britse nationaliteit. Hij stierf i 190 in Engeland en werd begraven in Climping Church in West Sussex. De Bruijne wordt in Chili (als Pedro de Bruyne) gezien als een van de pioniers die Patagonië hielp ontwikkelen en openstellen. De Estancia Rio Verde doet nog dienst als administratie centrum en hotel voor toeristen. De school in Rio Verde Village werd vernoemd naar Pieters zoon Bernardo, die de estancia lange tijd beheerde.
Auteur
-Johan Francke, 2016.