Abraham Caland/EvZ1982-1984

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Johan Francke (overleg | bijdragen) op 11 mrt 2016 om 14:24 (Nieuwe pagina aangemaakt met '(Westkapelle 22 maart 1789 - Middelburg 11 april 1869). Hoofdingenieur waterstaat, president van het polderbestuur van Walcheren. Strijdbaar man met vooruitstrevend...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

(Westkapelle 22 maart 1789 - Middelburg 11 april 1869). Hoofdingenieur waterstaat, president van het polderbestuur van Walcheren. Strijdbaar man met vooruitstrevende ideeën op het gebied van de waterbouw met name voor de versterking van zeeweringen: het zg.`Stelsel der vaste punten'. Liet zich niet onbetuigd in de strijd om een goede reglementering voor vrije en noodlijdende (calamiteuze) polders. Hij steunde zijn zoon Pieter in diens opzet voor een open 'Nieuwe Waterweg' (Hoek van Holland - Rotterdam). Bestreed met sarcasme voorstellingen die volgens hem niets met de werkelijkheid te maken hadden. ('Doch het is waar, de geschiedenis is voor velen een oud versleten boek, dat weggeworpen en vergeten moest worden, om plaats te maken voor romans en verdichtsels, waartoe het sprookje der ontwerpers van krachtig gebouwde dijken in de voortijden behoort' (Vrije beoordeling, 1856)). Geboren als zoon van een dijkwerker, werkte hij als knaap aan de Westkapelse dijk. Studeerde van 1803-1806 op het Instituut voor de waterstaat in de Abdij te Middelburg. Na als opzichter dienst gedaan te hebben bij de polder Walcheren. kwam Caland in 1812 in dienst bij de Rijkswaterstaat. Bij deze dienst doorliep hij alle rang en tot zijn benoeming als hoofd van de waterstaat van het district Zeeland in 1837. In de rang van hoofdingenieur bekleedde hij deze functie tot 1854. Na zijn aftreden werd Caland tot president van de Centrale directie van Walcheren benoemd. Tot aan zijn dood bleef hij actief in dit ambt. Als lid van de gemeenteraad van Middelburg bemoeide hij zich met de ongezonde toestanden in de stad, waarover hij een brochure schreef. Naast brochures over Zeeuwse polders, schreef hij over een zeehaven te Scheveningen en een Noordzeehaven van Amsterdam. Voor de geschiedenis van de waterstaat blijft van belang zijn 'Handleiding tot de kennis der dijksbouw en zeeweringskunde', 1e dl. Zierikzee, 1833.