Ambrosius Bosschaert (de oude)
Ambrosius Bosschaert (de oude) | |
---|---|
Stilleven met bloemen in Wan-li vaas, door Bosschaert, 1619, bron: Rijksmuseum.nl | |
Geboren | 18 november 1573 Antwerpen |
Overleden | 1621 Den Haag |
Beroep | schilder |
VIAF | [1] |
Biografie
Zoon van een kunstschilder die eveneens Ambrosius Bosschaert heette, maar van wie geen werken bekend zijn. Omstreeks 1590 kwam hij met zijn ouders omwille van het geloof naar Middelburg Hij woonde er achter de Oude Kerk en was van 1593-1613 'beleder' van het St.-Lucasgilde. Omstreeks 1604 huwde hij Maria van der Ast, zuster van de schilder Balthasar van der *Ast. Hij stond in Middelburg in hoog aanzien als schilder en kunsthandelaar. In 1615 wordt hij echter in Bergen op Zoom vermeld en in datzelfde jaar verhuisde hij naar Utrecht, waar hij ook al spoedig een voorname plaats innam. Zijn laatste jaren bracht hij door in Breda. Hij overleed in Den Haag. Ambrosius Bosschaert was een van de grootste bloemenschilders van de 17e eeuw. Zijn werk sluit aan hij dat van Jan Brueghel, de boeketten zijn zorgvuldig en symmetrisch gecomponeerd in een glas of een metalen of porseleinen vaas, die meestal in een nis of tegen een rustige achtergrond staat. De compositie is niet realistisch bedoeld: op één schilderij zijn bloemen afgebeeld die in verschillende seizoenen bloeien en ook de steellengte klopt dikwijls niet. Hoofdzaak was blijkbaar een harmonische kleurrijke compositie met veel soorten. Het veelvuldig voorkomen van zeldzame en exotische bloemen geeft wel een aardig beeld van de toenmalige rijkdom van de Middelburgse tuinen. De boeketten worden dikwijls verlevendigd door zorgvuldig geschilderde insecten. Ook zijn enkele fruitstillevens van hem bekend. Bosschaert heeft een grote invloed uitgeoefend en de stijl van het bloemstuk tot ongeveer 1650 bepaald. Tot zijn leerlingen behoorden zijn zwager Balthasar van der Ast, zijn zoons Ambrosius, Johannes en Abraham en verder Christoffel van den *Berghe en Johannes *Goedaert. Ambrosius de Jonge (Arnemuiden ged. 1 maart 1609 - Utrecht begr. 19 mei 1645). Woonde in Utrecht. Hij volgde zijn vader getrouw na met bloem- en fruitstukken, maar bereikte in zijn latere werk een vloeiender en schilderachtiger werkwijze. Karakteristiek voor hem zijn de knap geschilderde bromvliegen. Een opvallende uitzondering in zijn werk is een macaber schilderijtje met een dode kikker (collectie Frits Lugt, Parijs). Johannes (Middelburg 1610/11 - waarschijnlijk Dordrecht ca. 1629) was bijzonder begaafd en vroegrijp, maar stierf te jong om een groot oeuvre na te laten: slechts 18 werken zijn van hem bekend, voornamelijk schilderijen van fruitmanden. Reeds op zijn 14e verjaardag bereikte hij een hoge kwaliteit. Waarschijnlijk is hij de 'Bossert' die in 1626 tot het gilde in Dordrecht werd toegelaten. Abraham (Middelburg 1612/13 - Utrecht maart/april 1643) was in Utrecht gevestigd, maar verbleef van 1637-1639 in Amsterdam. Zijn schilderijen zijn nogal eentonige herhalingen van hetzelfde type bloemstuk en zijn van veel mindere kwaliteit dan die van zijn broers.
Tekst Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984
Auteur
-A.J. Beenhakker
Literatuur
-Laurens J. Bol, The Bosschaert dynasty, painters of flowers and fruit (Leigh-on-sea, 1960).