Cornelis Van Bijnkershoek/EvZ1982-1984
(Middelburg 29 mei 1673 - 's-Gravenhage 16 april 1743). Een der grootste rechtsgeleerden van zijn tijd. Geboren uit Middelburgse ouders: zeilmaker Cornelis Stevenszoon van Bijnkershoek en Sara Remeus. Na de Latijnseschool te Middelburg volgde hij te Franeker eerst theologie (1689-1691), dan rechten. Na zijn doctoraat in 1694 werd hij advocaat te 's-Gravenhage, waar hij een begin maakte met zijn 'Corpus iuris Hollandici et Zelandici', een collectie Hollandse en Zeeuwse rechtsregels (tot op heden onuitgegeven). Op voordracht van Tholen werd hij in 1704 raadsheer in de Hoge Raad van Holland en Zeeland. In 1724, op aandrang der Staten van Zeeland, promoveerde hij tot president van dit hoge college, de eerste Zeeuw op die post. Zijn talrijke optekeningen over de werking van de Hoge Raad, 'Observationes tumultuariae', zijn in 1923-'62 verschenen in vier delen. Verscheidene werken over Romeins recht, staats- en volkenrecht beleefden destijds herdrukken en vertalingen, ook in het buitenland. Van zijn 'De dominio maris' (1702) en zijn 'Questiones juris publici' (1737, opgedragen aan zijn vriend Wilhelm van Citters) verschenen in 1923 en 1930 Engelse vertalingen. In eerstgenoemd werk geeft Bijnkershoek zijn bekende kanonschotregel, die de omvang van de territoriale wateren definieert: 'potestatem terrae finiri, ubifinitur armorum Vis' de macht van de staat houdt op waar de kracht van de wapenen eindigt. Deze regel, die nooit officieel, maar wel officieus werd aanvaard, leidde tot het instellen van zgn. driemijlszones, binnen de welke de kuststaat zijn souvereiniteit kon doen gelden. Eerst in onze tijd, met zijn oliewining- en visserij-problemen probeert men in deze regel verandering te brengen. Posthuum verschenen zijn 'Opera omnia'. Niet onvermeld mag blijven dat van Bijnkershoek zich in zijn vrije tijd onledig hield met het schrijnen van satirische en soms gewaagde 'Oyevaertjes', die hij bundelde in de 'Nieuwe oprechte Haagse Mercuur'. Later probeerde hij het boekje uit de handel te nemen, maar onmiddellijk na zijn dood werd het herdrukt (1745). Van Bijnkershoek is tweemaal gehuwd geweest: in 1706 met Esther van Buytenhem, in 1726 met Gerardina Cloot, beiden uit Middelburg.