Douwe Eisenga
Eisenga, Douwe
(Apeldoorn, 25 december 1961 -) Componist |
---|
Jeugd en studie
Douwe Eisenga is geboren en getogen in Apeldoorn. Rond zijn negende wilde hij gitaar leren spelen. Zijn ouders daarentegen dachten dat orgellessen toepasselijker zouden zijn. Samen met de muziekhandel lukte het hen Eisenga over te halen en hij begon met orgellessen. Hierdoor verkreeg hij kennis van klassieke muziek en muziektheorie.
In zijn tienertijd was hij gefascineerd door punk, progressieve rock, symfonische pop en blues. Hij had bijvoorbeeld lp’s van John Mayall. Eisenga probeerde verschillende genres te imiteren op zijn elektrische orgel. Zijn eerste exemplaar was een Philicorda, een één-klaviers orgeltje van Philips. Eisenga studeerde aanvankelijk Sociologie aan de Rijksuniversiteit van Groningen (RUG), maar realiseerde zich al snel dat het niet de juiste opleiding voor hem was en besloot verder te gaan in de muziek.
Conservatorium en verhuizing naar Middelburg
Op zijn twintigste begon hij piano te spelen. Eisenga raakte betrokken in het Groningse muziekleven. Hij speelde in verschillende bandjes en trad op bij muziektheaters en in clubs. Hij begon vanuit een invalshoek van de popmuziek. Aan het conservatorium in Groningen studeerde hij lichte muziek bij Julius Ament met bijvakken in klassieke muziek van Wim Dirriwachter. Na twee jaar veranderde hij zijn hoofdvak in klassieke muziek en deze opleiding ronde hij af.
Halverwege zijn opleiding aan het conservatorium verhuisde hij naar Middelburg, de plaats waar hij zijn toekomstige vrouw had ontmoet. De laatste drie jaar van zijn conservatoriumtijd reisde hij eens per week naar Groningen om zijn studie af te maken. Tijdens de zes jaar die hij doorbracht aan het conservatorium bestudeerde hij een scala aan compositietechnieken, bijvoorbeeld Surrealisme, de Twaalf Toon Techniek, De Toonklok van Peter Schat en technieken van Ton de Leeuw.
In 2015 bracht Eisenga in een keer vijf nieuwe cd's uit, die uitsluitend digitaal via zijn eigen website verkrijgbaar waren. Hiermee reageerde hij op streamingdiensten zoals Spotify, die een enorme catalogus aan muziek aanboden, waarvoor de auteurs slechts een zeer gering vergoeding ontvingen. Op deze manier -de muziekleefhebbers konden kiezen uit verschillende pakketten, die naar gelang het bedrag groter werd met meer mensen kon worden gedeeld- hoopte Eisenga zijn publiek voor een faire vergoeding toch goed te kunnen bedienen.[1]
Composities en stijl
Eisenga’s eerste compositie is Theme 1 voor piano (ca. 1980). Sommige latere composities zijn gebaseerd op eerder geschreven werken. Zo vormde een thema geschreven in de periode voor zijn conservatoriumtijd de basis voor Requiem 1953.
Eisenga ontwikkelde het idee van het denken in cirkels en daardoor het creëren van een statische, muzikale omgeving. Deze houding contrasteert met elementen uit Romantische muziek. Eisenga is niet lyrisch over 19e eeuwse muziek. Volgens hem holt deze van climax naar climax. Muziek uit de Romantiek jaagt het geluk achterna. Volgens Eisenga probeert hij met zijn eigen muziek juist het geluk te onthullen. Hij claimt een muzikale omgeving te scheppen waarin het aangenaam vertoeven is. Vooral de componist Ton de Leeuw heeft een grote rol gespeeld in dit denkbeeld.
Zijn stijl is een opeenstapeling van diverse invloeden. Eisenga houdt van het luisteren naar Barok, minimalistische, post minimalistische en pop muziek. Al deze stijlen worden gecombineerd in zijn composities. Een belangrijk element in zijn muziek is bovendien de doorgaande ritmische beweging. Deze is ook aanwezig in Barok muziek. Herhalende patronen verschijnen in de composities van Eisenga, net zoals in de minimalistische muziek van Philip Glass. Eisenga zijn muziek heeft een ritmische oriëntatie en is tonaal.
Invloeden en ideeën over muziek
Eisenga schrijft in principe voor zichzelf. Hij is zijn eigen grootste fan maar ook zijn grootste criticus. Hij wil minstens honderd keer naar zijn eigen muziek kunnen luisteren en daarom moet het aan hoge kwaliteitseisen voldoen. Naar zijn mening moet hij niet al na twee weken verveeld raken, want waarom zou hij er dan anderen mee lastig vallen.
Muziek is voor Eisenga eerder iets fysisch dan een emotioneel proces. Hij gebruikt muziek niet als medium om persoonlijke gevoelens of ervaringen uit te drukken. Daarentegen wil hij wel geraakt worden door het eindresultaat. Componeren is voor hem een professioneel en objectief proces waar tijd en compositietechnieken noodzakelijk voor zijn. Als een stuk af is wil Eisenga enthousiast worden doordat er een zekere ‘drive’ in de muziek aanwezig is. Zoals eerder genoemd, ritme en herhaling zijn essentieel in Eisenga’s muziek. Zoals hij zelf zegt heeft hij van beide een dagelijkse dosis nodig anders krijgt hij ‘afkickverschijnselen.’
Discografie
- Marcel Worms - More new blues for piano, 2001
- Requiem 1953, 2003
- Rose Road – City Lines, 2006
- Marcel Worms - Red, White & Blues, 2007
- Music for Wiek, 2009
- Cloud Atlas, 2009
- The Piano Files, 2009
- Clazz Ensemble – Delta Suite, 2010
- Jeroen van Veen & Friends – Minimal Piano Collection X-XX, 2010
- House of Mirrors, 2011
- Summary, 2015
- De schrijver, zijn vrouw, haar minnares, 2015
- Simon Songs, 2015
- Alternatives, 2015
- The Flood, Requiem, 2015
Perscitaten
Music for Wiek
Volkskrant:
- ‘magistrale ode aan de cyclische beweging’
NRC Handelsblad:
- ‘fascinerende, geleidelijk aan opzwepende muziek’
Brabants Dagblad:
- ‘prachtige, repeterende muziek’
Rose Road – City Lines
NRC Handelsblad:
- ‘show-achtige proporties’
Volkskrant:
- ‘speelse inventiviteit’
Trouw:
- ‘kleurrijk en subliem’
PZC:
- ‘onweerstaanbare groove, hypnotiserend’
Requiem 1953
NRC:
- ‘vijf kwartier sterke en zeer aansprekende muziek......betoverend requiem’
Kabaal / Bestevaer
Volkskrant:
- ‘sobere, effectieve toneelmuziek’
BN / De Stem:
- ‘een dijk van een opera’
PZC:
- ‘de compositie dat is wat Bestevaer tot een belevenis maakt’
Auteur
-Ilona Bierbooms (UCR), 2012
Bronnen
-Interview met Douwe Eisenga, door Ilona Bierbooms, 28 februari 2012.
-Krantenbank Zeeland, PZC, 15 juli 2015, pag. 4 Zld.
-Recensie Luister