Elise Baart
Elise Baart | |
---|---|
Elise Baart | |
Geboren | 20 juni 1854 Middelburg |
Overleden | 13 oktober 1879 Groningen |
Beroep | schrijfster en declamatrice, dochter van Kornelis Baart en Wilhelmina Maria Beunke en zus van Lucie Baart |
VIAF | [1] |
Biografie
Elise was het derde meisje in een gezin van vier meisjes en werd excentriek gevonden om haar vooruitstrevende ideeën met betrekking tot de vrouwenemancipatie, de 'vrouwenkwestie'. De meisjes kregen een goede opvoeding en opleiding om later zelfstandig in het leven te kunnen staan. Elise gaf als jonge vrouw van twintig voor eigen rekening twee novellen uit: Koket (1874) en Een oude jongejuffrouw (1874). Kort daarvoor kwamen zij en haar oudere zuster Lucie in contact met de feministe Mina Kruseman (naamgeefster van de latere Dolle Mina's), die op haar verdere leven een beslissende invloed heeft gehad. Een poging te Brussel als declamatrice te worden opgeleid mislukte buiten haar schuld. In 1874 trad ze in Amsterdam voor het eerst op met de voordracht van een eigen schets. Toen Mina Kruseman er in slaagde, de Vorstenschool van Multatuli te doen opvoeren, kreeg Elise daarin de rol van Hanna, waarmee ze succes oogstte, ook bij Multatuli zelf. Het stuk werd tot 26 keer toe gespeeld. In 1875 en 1876 nam ze deel aan een voordracht tournee van Mina Kruseman, die geen succes werd. Ook haar novellen Mathilde van Molenbeek (1877) en Drie novellen (1878) werden weinig enthousiast ontvangen.
Anticonceptie
In de vrijdenker Bastiaan Korteweg leerde Elise een geestverwant kennen. Zijn antimilitaristische ideeën kostten hem in 1876 echter zijn baan als leraar aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Hun verloving betekende echter dat Baart uit het leven van Kruseman verdween. Korteweg bood haar in het vrijdenkersblad De Tolk van den Vooruitgang de mogelijkheid om haar novelle Twee verwoeste levens te publiceren. Zij stelde de wantoestanden in arbeidersbuurten aan de kaak, zoals kindermoord en de achtergestelde positie van vrouwen. In De Werkmansbode van 16 april 1879, het orgaan van het Algemeen Nederlandsch Werklieden Verbond (ANWV) hield zij een pleidooi voor het gebruik van voorbehoedsmiddelen. Zij bestreed daarin de opvattingen van 'vuiligheid' en 'bijbedoelingen' en verklaarde dat wantoestanden in arbeidersbuurten, kindermoord en uitgeteerde, afgetobde vrouwen als vuiligheid gezien moesten worden. Door middel van anticonceptie zou aan die wantoestanden iets gedaan kunnen worden.
Huwelijk en einde
In februari 1879 trouwde ze Bastiaan Pieter Korteweg (1849-1879), oud-leraar in de wiskunde aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda, die zich na zijn huwelijk als effecten-handelaar in Groningen vestigde. Haar huwelijk met deze begaafde man met zeer geprononceerde denkbeelden is van kortstondige duur geweest. Zij woonden in Groningen op kamers en lieten al hun eten thuis brengen. Acht maanden later dronk het paar een glas met cyaankali vermengde wijn en stierf in elkaars armen. Ze gaven in een tragische afscheidsbrief aan het leven moe te zijn en het nirwana te willen binnengaan. Eliza werd vierentwintig jaar en Bastiaan dertig jaar. De hele Nederlandse pers vermeldde het tragische gebeuren met een voor die tijd opvallende ingetogenheid.
Bibliografie
- Koket ([S.l., 1874)]
- Een oude jongejuffrouw ([S.l., 1874)]
- Als kinderen en als menschen, uitgeverij Van der Hoeven & Buys, 1878
- Mathilde van Molenbeek in: Novellen voor het volk (Gent 1882; herdruk Den Haag 1890) 5-34.
- Drie novellen (1878)
- Uit ’s levens strijd, maandblad Europa (1879)
Auteur
P.J. Meertens
Literatuur
-Nagtglas, Levensberichten.
-N.N.B.W. II.
-Maria Elize Baart (documentatiemap), Zeeuwse Bibliotheek (Middelburg, 2007).