Slabberjan

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Slabberjan
De matadoren van het slabberjanspel, v.l.n.r. en v.b.n.b., kap-áf, vogel, poes, herberg, wittebrôôd, smoel, pispot, rit, foto: J. Francke, 2003

Een gezelschapsspel waarbij met twee maal 21 stukken (doppen) wordt gespeeld door een vrij groot aantal personen. Het is vooral op Walcheren, speciaal in Westkapelle. maar ook in Buurland. Oudelande, Breskens en waarschijnlijk nog elders in Zeeland bekend. Men speelt het vooral met Kerstmis en Nieuwjaar, ook wel na de slacht. Het is sinds het eind van de 18de eeuw bekend en zou door een uit Westkapelle afkomstige zeeman, Serlé, geïntroduceerd zijn uit de West. Volgens een andere lezing is het door een zekere Jan Slabber (Westkapelle 25 juni 1743 - Westkapelle 27 juni 1812) ontworpen.

Auteur

-P.J. Meertens, herz. J. Francke 2015.

LITERATUUR

-J. van der Baan, ‘Het slabbejanspel’, in: de Oude Tijd en Gezelschapsvermaken (1900) 19-22.

-L.W. de Bree en F.H. Klokke, ‘Slabberjan’, in: Zeeuws Tijdschrift 6/6 (1956) 177-180.

-Johan Francke, ‘Kap af! Een Noorse matador in Zeeland. De oorsprong en de spelregels van het slabberjanspel’, in:Zeeland 12/4 (2003) 128-139. Zie ook: geschiedeniszeeland.nl thema slabberjan

-H.C.M. Ghijsen (red.), Woordenboek der Zeeuwse Dialecten (Amsterdam/Brussel, 1974) 841-842.

-Kesteloo, Slabberjanspel, 178.

-Is. de Waal, Slabberjanspel, 342-344.

-L. van Wallenburg, ‘Een potje slabberjan’, in: de Wete 8/3 (1979) 7-9.

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984