Biesmak
Biesmak |
---|
Bijnaam. Letterlijk: bijvoegsel. In verschillende delen van Zeeland, in het bijzonder op Walcheren, het woord voor de bijnaam die men aan een mededorpeling gaf. Het grote aantal dorpsbewoners dat dezelfde familienaam en dikwijls ook dezelfde voornaam droeg, maakte dit gebruik noodzakelijk. De biesmak werd veelal ontleend aan een bijnaam uit de kinder- of schooltijd, aan een eigenschap of aan een voorval uit het leven van de drager. De persoonlijke biesmak ging dikwijls over op de kinderen van de drager, zelfs tot in de tweede en derde generatie.
Auteur
-P.J. Meertens, herz. J. Dekker (2012)
Literatuur
-Ghijsen, H.C.M., (red.), Woordenboek der Zeeuwse dialecten. Supplement (Krabbendijke, 2002) 95-96.
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
(letterlijk: bijvoegsel). Op Walcheren en in het bijzonder in Westkapelle en Domburg, het woord voor de bijnaam die men aan een mededorpeling geeft. Het groot aantal inwoners dat vooral in Westkapelle dezelfde familienaam, dikwijls ook dezelfde voornaam draagt, maakt dit gebruik noodzakelijk. De persoonlijke biesmak gaat dikwijls op de kinderen over, zelfs tot in het tweede en derde geslacht.