Lodijke, (lodijck, Loodijc)
Lodijke, (lodijck, Loodijc) |
---|
Verdwenen dorp, ambacht en parochie ten westen van de voormalige stad Reimerswaal in het Verdronken Land van Zuid-Beveland.
Wapen
Deze ambachtsheerlijkheid voerde volgens de wapenkaart van Smallegange (1696) het wapen van het geslacht Kervinck van Reimerswale, dat hier zijn kasteel had.
Geschiedenis
De parochie is waarschijnlijk in het begin van de 13e eeuw gesticht; ze behoorde aan het kapittel van Oudmunster te Utrecht. In de kerk waren vicarieen gesticht ter ere van de heiligen Jacobus en Judocus, Johannes de Evangelist, St.-Nicolaas en de H.Maagd. Als dochter van Lodijke wordt in 1240 Nieuwkerke vermeld. Ten westen van Lodijke lag de St.-Jooskapel, gewijd aan Judocus. In Lodijke stond ook het stamslot van de heren van Reimerswale; in een oorkonde uit 1365 - een opdracht van Boudewijn van Reimerswale van de Loonburg- wordt gesproken van 'alle die husing in 't hof van Lodijc mit den tore, mit den voorhove'. Lodijke is met zijn kasteel door de stormvloeden van 1530-1532 ten onder gegaan. Adriaan van Reimerswaal, heer van Lodijke, speelde bij de St.-Felixvloed van 5 november 1532 volgens Andries Vierlingh, betrokken bij de herstelwerken, een kwalijke rol. Adriaan wilde een in de dijk geslagen bres niet dichten opdat het binnenkomende water een haven zou uitschuren, met het gevolg dat grote gebieden mede hierdoor definitief verloren gingen, inclusief Lodijke zelf. De bekende historische romancier Adriaan Loosjes schreef over deze materie een fantasierijk treurspel Ewoud van Lodijke of de ondergang der Zeeuwsche stad Romerswaal, waarvan de opbrengst bestemd was voor de slachtoffers van een andere vloed: die van januari 1808.
Archeologie
In de jaren negentig van de twintigste eeuw meldden sportduikers dat op de bodem van het Lodijksche Gat grote intacte muurresten van het kasteel stonden. Het ging om ca. 1 tot maximaal 4 meter hoge restanten; deze zouden zich over een lengte van zo’n 16 meter in verband op de bodem van Lodijksche Gat bevinden. De Antwerpse sportduiker Edward Goyvaerts deed waarnemingen in april 2005, op een duikdiepte van 18 meter. De heer Goyvaerts zag een ‘volwaardig restant van ca. 15 meter lengte, vrij rechtlijnig, met een hoogte van ca. 3,5 meter’ met hier en daar puin eromheen, waarvan ‘rechtlijnigheid en hoogte’ op een muur wezen. Ook peilingen door Rijkswaterstaat gaven nadien ophogingen aan in deze omgeving in het Lodijksche Gat.
AUTEUR
S.J.M. Hulsbergen, J.A. Trimpe Burger, J.A. Beenhakker (wapen); aanvulling Jan J.B. Kuipers (2014)
LITERATUUR
C. Dekker, Zuid-Beveland. Grijpink, Register op de parochiën. Jan J.B. Kuipers, ‘Raadselachtige resten van het kasteel van Lodijke’, in: Nehalennia afl. 122, 1999, 19-24. [1] Jan J.B. Kuipers (eindred.), Sluimerend in slik. Verdronken dorpen en verdronken land in zuidwest Nederland (Middelburg, 2004) o.a. 40-49 nr. 52, 63-64. [2] [Jan J.B. Kuipers], ‘Duiker legde muurrestanten vast. Sporen van het kasteel Lodijke’, Zeeuws Erfgoed 5(2006)4, pag. 14. [3] Jan J.B. Kuipers, ‘Verdronken noorderburen van Oud-Rilland’. In: Dicky de Koning-Kastelijn (coörd.), Verdronken land, Oud-Rilland 2004-2008 (Kloetinge 2008), 8-12. [4] Theo Toebosch, ‘Verdronken Nederland’, Elsevier 26 augustus 2006, 78-81. Zelandia Illustrata X, 19-20.
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Verdwenen dorp, ambacht en parochie ten westen van de voormalige stad Reimerswaal in het Verdronken Land van Zuid-Beveland.
Wapen: Deze ambachtsheerlijkheid voerde volgens de wapenkaart van Smallegange (1696) het wapen van het geslacht Kervinck van Reimerswale, dat hier zijn kasteel had. Geschiedenis: De parochie is waarschijnlijk in het begin van de 13e eeuw gesticht; ze behoorde aan het kapittel van Oudmunster te Utrecht. In de kerk waren vicarieén gesticht ter ere van de heiligen Jacobus en Judocus, Johannes de Evangelist, St.-Nicolaas en de H.Maagd. Als dochter van Lodijke wordt in 1240 Nieuwkerke vermeld. Ten westen van Lodijke lag de St.-Jooskapel, gewijd aan Judocus. In Lodijke stond ook het stamslot van de heren van Reimerswale; in een oorkonde uit 1365 -een opdracht van Boudewijn van Reimerswale van de Loonburg- wordt gesproken van 'alle die husing in 't hof van Lodijc mit den tore, mit den voorhove'. Lodijke is door de stormvloeden van 1530-1532 ten onder gegaan.
AUTEUR
S.J.M. Hulsbergen, J.A. Trimpe Burger, J.A. Beenhakker (wapen) =
LITERATUUR C. Dekker, Zuid-Beveland. Grijpink, Register op de parochiën, Zelandia Illustrata X, 19-20.
AFBEELDING Overblijfsel van het slot te Lodijke met op de achtergrond rechts de stad Reimerswaal. Tekening
18e eeuw.