Ockerus Ockersz. Hallinck

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Marja (overleg | bijdragen) op 3 jul 2014 om 13:19 (Marja heeft pagina Hallinck, Ockerus Ockersz. hernoemd naar Ockerus Ockersz. Hallinck: hernoemd)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hallinck, Ockerus Ockersz.

(16e eeuw). Kanunnik van St.-Pieter te Middelburg.

Werd 6 mei 1561 door de domproost Cornelius van Myerop benoemd tot deken en provisor van Zuid-Beveland. De officiaal gaf aan de nieuwbenoemde deken het recht om uitspraak te doen in huwelijkszaken. Hij komt herhaaldelijk voor als begiftigd met of begever van vicarieën, zoals te Goes (altaar van O.L.Vrouw in de Maria Magdalenakerk), 's-Heer Abtskerke (Lieve Vrouwe-altaar), Kattendijke (H.Kruis-altaar), Kruiningen (altaar van St.-Jan de Doper) en Overzande (0.L. Vrouwe-altaar). Hij bezit dan de collatie van de vicarieën in Walcheren, namelijk te Biggekerke (O.L.Vrouw), Ellewoutsdijk (St.-Antonius), Hoogelande (O.L.Vrouw) en Kleverskerke (St.-Joris), die bij het dekenaat Walcheren behoorden. Bij deze laatste vicarie wordt hij provisor van Walcheren genoemd. Hij is dus van Zuid-Beveland naar Walcheren bevorderd. Wel doet hij afstand van verschillende vicarieën, hetgeen er op wijst dat deze provisor waarschijnlijk de totale plundering van de oude kerk heeft beleefd.


AUTEUR

C.P.M. Holtkamp, gecontroleerd redactie 2013


LITERATUUR

Grijpink, Register op de parochiën.

C. Dekker, Zuid-Beveland, 13, 70, 86, 111.

N.N.B.W. VI.


Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


(16e eeuw). Kanunnik van St.-Pieter te Middelburg. Werd 6 mei 1561 door de domproost Cornelius van Myerop benoemd tot deken en provisor van Zuid-Beveland. De officiaal gaf aan de nieuw-benoemde deken het recht om uitspraak te doen in huwelijkszaken. Hij komt herhaaldelijk voor als begiftigd met of begever van vicarieën, zoals te Goes (altaar van O.L.Vrouw in de Maria-Magdalenakerk), 's-Heer Abtskerke (Lieve Vrouwe-altaar), Kattendijke (H.K ruis-altaar), Kruiningen (altaar van St.-Jan de Doper) en Overzande (0.L. Vrouwe-altaar). Hij bezit dan de collatie van de vicarieën in Walcheren nl. te Biggekerke (O.L.Vrouw), Ellewoutsdij k (St.-Antonius), Hoogelande (O.L.Vrouw) en Cleverskerke (St.-Joris), die bij het dekenaat Walcheren behoorden. Bij deze laatste vicarie wordt hij provisor van Walcheren genoemd. Hij is dus van Zuid-Beveland naar Walcheren bevorderd. Wel doet hij afstand van verschillende vicarieën, hetgeen er op wijst dat deze provisor waarschijnlijk de totale plundering van de oude kerk heeft beleefd.