Leo van Breen

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Wim van Gorsel (overleg | bijdragen) op 16 dec 2024 om 13:54
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Breen, Leo van (eigenlijk Leendert Maria van Breen)

(Goes, 16 mei 1906 – Taormina (Sicilië), 11 augustus 1988)

Dichter
Leo van Breen op jonge leeftijd schrijvend aan zijn bureau, foto: collectie Lo van Driel, uit: Zeeland 16/3 (2009) 88-107

Jeugd

Leo van Breen wordt op 16 mei 1906 in Goes geboren als zoon van de leraar Engels van de Goese HBS Maarten van Breen en Cornelia Elizabeth Mulock Houwer, afkomstig uit Zierikzee. Na de HBS moet Van Breen al vrij snel in militaire dienst. Daarna kiest hij voor de journalistiek en wordt hij volontair bij de Middelburgsche Courant.

Op zijn negentiende vertrekt hij naar Den Haag om als volontair bij het dagblad Het Vaderland te werken, maar een half jaar later (juli 1926) schrijft hij zich weer in op het ouderlijk adres in Goes. Zijn homoseksualiteit is de reden dat hij bij het Haagse dagblad wordt weggestuurd.

Al vroeg schrijft hij gedichten, mede onder invloed van zijn eerste homoseksuele ervaringen en de daarbij behorende eenzaamheid en twijfels.

Zijn eerste bundel Wat de zee aanspoelt wordt in 1928 uitgegeven. Hij is dan journalist bij Ons Zeeland en schrijft onder de schuilnaam Pier van ’t Hof columns in dialect. Daarnaast is hij een van de vier oprichters, en als secretaris de spil, van de Zeeuwse Vereniging voor Dialectonderzoek. Hij zorgt voor een Zeeuwse Volksalmanak, en is actief op velerlei terreinen, onder meer met brochures, toneelstukken en hoorspelen voor de vredesbeweging. Van Breen is in deze periode een overtuigd vredesactivist. Zijn pacifistische inspiratie haalt hij uit het christelijk geloof. Veel van de poëzie uit deze periode wordt gepubliceerd in het christelijke Opwaartsche wegen.

Renesse

In 1932 verhuist hij naar Renesse (hij heeft daar grond geërfd), waar hij met zijn levenspartner Jos Krop als projectontwikkelaar, boek- en kunsthandelaar een bestaan tracht op te bouwen. Van Breen en Krop beginnen een eigen krant de Eerste Badcourant voor Schouwen. Tegelijkertijd schrijft Leo van Breen poëzie die hij in belangrijke literaire tijdschriften publiceert en die bij gerenommeerde uitgevers in mooie bundels, zoals het satirische Een reis per leunstoel, verschijnt.

Den Haag

In 1935 vertrekt hij met Jos Krop naar Den Haag. Ze beginnen een persbureau voor de luchtvaart, en een reclamebureau. In het voorjaar van 1940 verschijnt Van Breens roman Vaarwel Budapest. In dit luchthartige, soms cynische verhaal speelt onmiskenbaar de aanwezige oorlogsdreiging, waarbij Hitler en de nazi’s er niet best vanaf komen. De oplage van deze roman wordt door de Duitsers in mei 1940 in beslag genomen. Als de oorlog uitbreekt, gaat Van Breen in het verzet. 

Na de oorlog starten Krop en Van Breen in Delft een kunsthandel van naam ‘Epoque’, waar bijvoorbeeld *Hans Warren nog wel eens iets koopt. Ze investeren hun kapitaal echter vooral in allerlei weekbladen. Korte tijd zijn ze eigenaar van de Haagse Post. Het opmerkelijkste daarbij is het orgaan van de ex-politieke gevangenen, het weekblad van het voormalig verzet De Prinsestad. Vervolgens is Van Breen de redactionele ziel van Burgerrecht, het weekblad van rechts Nederland, dat Krop als uitgever op de markt brengt.

Strijdbaar

Zijn strijdbaarheid brengt Leo van Breen regelmatig in conflict. Niet alleen met de maatschappij, maar ook met de letterkundige richtingen in ons land. Verschillende van zijn verzen worden door redacties geweigerd; niet omdat ze niet literair verantwoord zouden zijn, maar omdat de dichter daarin scherp en persoonlijk stelling neemt tegen bepaalde uitingen en gebeurtenissen.

Italië

In 1962, verguisd door de literaire wereld en gemarginaliseerd door journalistiek Nederland, vertrekken Krop en Van Breen naar Italië. Op 11 augustus 1988 sterft Leo van Breen in Taormina op Sicilië en wordt daar op het ‘cimitero di Taormina’ begraven. De laatste jaren schreef hij, waarschijnlijk betrekkelijk eenzaam en zeer vergeten, sombere gedichten, zoals bijvoorbeeld Val.

Publicaties

Primaire teksten

Primaire teksten van Leo van Breen in de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren

- Leo van Breen, ‘Ingezonden’, in: Den Gulden Winckel 29 (1930).

- Leo van Breen, ‘De waanzinnige’, in: Gemeenschap. 7 (1931).

- Leo van Breen, ‘Amour Poëtique’, in: Gemeenschap. 7 (1931).

- Leo van Breen, ‘Het kind’, in: Gemeenschap. 7 (1931).

- Leo van Breen, ‘Karnaval’, in: Gemeenschap. 7 (1931).

- Leo van Breen, ‘Leo van Breen:’, in: Gemeenschap. 8 (1932).

Secundaire bronnen

over Leo van Breen in de DBNL

-Raymond Herreman, ‘Kroniek der poëzie’, in: Den Gulden Winckel, 28 (1929)

-A.J.D. van Oosten, ‘Boeken’, in: Gemeenschap, 11 (1935).

-Menno ter Braak, ‘Nieuwe uitgaven’, in: Vaderlandartikelen, 1935 (2009).

-Menno ter Braak, ‘Van de leestafel’, in: Vaderlandartikelen, 1937 (2009).

-Menno ter Braak, ‘Het internationale pension’, in: 1940 (2009).

Romans

-Vaarwel Budapest, 1939

-Het gebit; De bedelares, 1940

Poëzie

-Wat de zee aanspoelt= : verzen, 1929

-De ballade van Reading Goal / door Oscar Wildebew. van Leo van Breen, 1930.

-Kinderliedjes in Zeeland / door Leo van Breen en Levien de Bree, 1930

Winkelierslied[Handschrift], ca. 1930.

-Lyriese portretten, 1932

-De stroomlijn, 1933

-Een reis per leunstoel, 1935

-Het kwartet: verzen, 1937

-Een cyclus: gedichten, 1948

-Zeeuwsche liederenalbum / woorden van Leo van Breen; muziek van W.L. Harthoorn, ca. 1950

Toneel

-De rode kruisweg : toneelspel, 1932

-Licht aan de kim: spreekkoor voor de vrede, 1945

Beschouwingen

-Wij en het vaderland: beschouwingen over een suggestie, 1931

-Zwerftochten op Schouwen, 1932

Auteur

-Anya Marinissen, 2013]

Bronnen

-Leo van Breen, documentatiemap, Zeeuwse Bibliotheek (Middelburg, 2009).

-Lo van Driel, ‘Niet  bij zingen alleen. Een vredesbijeenkomst in Aardenburg’, in:Tijd|Schrift. Bulletin van de Heemkundige Kring West-Zeeuws-Vlaanderen 3/1 (2008) 24-32.

-Lo van Driel, ‘O, trek mij uit de alledaagse klei: omtrent Leo van Breen (1906-1988)’, in: De Parelduiker 12/no. 5 (2007) 45-60.

-Schouwen is zo beroerd nog niet: de jaren van Leo van Breen en Johan Paulusse in Renesse / door Lo van Driel(Meer informatie over Johan Paulusse in het artikel Een populaire taalmethode van een tegendraadse onderwijzer van Lo van Driel op de website van het Onderwijs Museum en op familiepaulusse.nl)

-Lo van Driel, ‘De Zeeuwse jaren van Leo van Breen’, in:Zeeland 16/3 (2007) 88-107.

-K. ter Laan, Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid ([S.l., 1952).]

-J. van Oudshoorn, Openbaar vertoon: een brief aan Leo van Breen (Utrecht, 1998).

Website

DBNL