Bloementeelt

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door W. van Gorsel (overleg | bijdragen) op 12 dec 2024 om 09:27
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Telen van rozen in kassen in Kapelle. Jongen ruikt aan roos. Foto: J. Wolterbeek, 2004. Bron: ZB/Beeldbank Zeeland, rec.nr. 104248

Rond Middelburg werd vóór 1970 door enkele bloemisten bloementeelt bedreven. Omstreeks dat jaar liep de rentabiliteit van glasaardbeien terug ten gevolge van buitenlandse concurrentie en in de betrokken bedrijven kwam belangstelling voor bloementeelt. In verband hiermee werd op een aantal bedrijven op Zuid-Beveland en op enkele bedrijven op Walcheren en Tholen de bloementeelt ingevoerd. Men teelde aanvankelijk van alles: najaarschrysanten, anjers, fresia's, g erbera’s en perkplanten; irissen, tulpen, gladiolen, lelies en anemonen werden 'getrokken'. Intussen is wat meer specialisatie ontstaan. De meeste ex-aardbeientelers hebben nu anjers, zowel grootbloemige als trosanjers. Van de trekbollen zijn slechts beperkt nog g ladiolen en lelies overgebleven. Op Walcheren zijn een paar fresiabedrijven, in Zeeuws-Vlaanderen twee azaleabedrijven, in Yerseke één met groene potplanten. Was er in 1965 in Zeeland 2 ha bloementeelt, in 1977 bedroeg dat 22 ha, waarvan als grootste teelt 7,8 ha anjers. De bloementeelt komt voor op 100 glasbedrijven en daarnaast komen nog 50 bedrijven op de volle grond voor. Soms zijn er enige bloembollentelers die, bij goede prijzen, een gedeelte van hun percelen snijden voor de bloemen. De teelt komt op vrij veel bedrijven gemengd voor met groenteteelt en fruit, tot tuincentra toe. De chrysantenteelt vindt meer in de volle grond plaats op wachtbedden van aardbeien.

Auteur

M.A. Geuze