Waterranonkel

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waterranonkel (batráchium)

Waterranonkel

Sch.: puteblomme; W.: kikkerblomme). Geslacht van water- en moerasplanten, dat in Nederland ruim tien soorten omvat. Hiervan komen er in Zeeland ca. vier voor. Het onderscheid tussen deze soorten is zeer moeilijk en de verspreiding van de soorten is niet exact bekend. Dit geldt met name voor de groep, gevormd door de zilte waterranonkel (Ranúnculus baudótii), R. aquártilis en R. trichophýllus. Deze groep komt in Zeeland vrij algemeen voor in ondiep, weinig verontreinigd water, in sloten, drinkputten en kleine plassen. In het Zeeuws-Vlaamse zandgebied vindt men voorts nog de grote waterranonkel (R. peltátus), die in Nederland vooral op en langs de diluviale zandgronden voorkomt. Elders in het Zeeuwse polderland ontbreekt deze soort. Opvallend is ook het feit dat de stijve waterranonkel (R. circinátus) in Zeeland vrijwel ontbreekt. Deze soort komt in het rivierengebied, in grote delen van Zuid- en Noord-Holland en in het Belgische polderland vrij algemeen voor.

Auteur

A.M.M. van Haperen