Vetmuur
Vetmuur (sagína) |
---|
Plantengeslacht, waarvan in Zeeland vier soorten voorkomen. Het meest algemeen is het liggende vetmuur (S. procúmbens), gewoonlijk groeiend op kale betreden plaatsen, bijv. tussen straattegels en -klinkers. Een nauwe verwant is het tengere vetmuur (S. apétala), dat veel minder algemeen is. Men vindt het in Zeeland o.a. op spoorwegemplacementen en op oude muren. Het zeevetmuur (S. marítima) is een in Nederland zeldzame plant, die echter juist in Zeeland plaatselijk regelmatig voorkomt op droge zilte plaatsen bijv. in spatzones op zeedijken en op droge zandige plaatsen op schorren of in zilte graslanden. Het sierlijk vetmuur (S. nodósa) is een in Nederland zeldzame plant van vochtige voedselarme zandgrond (bijv. vochtige duinvalleien). In de duinen en elders in Zeeland was deze soort vrijwel verdwenen. Na de afsluiting van het Veerse en het Brouwershavensche Gat is het echter op diverse drooggevallen platen in het Veerse Meer en de Grevelingen in groot aantal verschenen.
Auteur
A.M.M. van Haperen