Braam

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Braam
Bestand:.jpg
, bron:

Braam (Rubus)

Groot geslacht van heesterachtige planten met kruipende of opstijgende stengels, drie tot zeventallige handvormige bladeren, witte of roze-rode bloemen en meestal zwarte vruchten. Wordt juist in Zeeland veel geteeld als klein fruit. Dit geslacht omvat vele tientallen soorten, die moeilijk te onderscheiden zijn. De Zeeuwse wilde bramen-flora is nog niet goed bekend. Twee soorten vallen op:

Koebraam (Rubus inérmis)

De Koebraam is een forse struik. Bladeren vijftallig niet vrij kleine blaadjes. Bloemen groot, diep roze. Grote zwarte vruchten. In Nederland vooral in Zuid-Limburg en Zeeland. In dit laatste gebied komt de soort overal vrij veel voor in heggen en struwelen, vooral op drogere plaatsen.

Dauwbraam (Rubus caésius)

De Dauwbraam is een lage soort met drietallige bladeren en vrij kleine blauw berijpte vruchtjes. Komt overal voor, vooral in verruigende vegetaties op dijken, langs wegbermen en sloten. Ook veel in de duinen.

  • Dialect: Braeme, Brem, Braemdoorn, Bramers; Koebraam: sukerbraeme; Dauwbraam: Zeeuws-Vlaanderen: schimmelkousen.

Auteur

-K.F. Vaas, herschreven: A.M.M. van Haperen

Literatuur

-Van der Beek, Koebraam.