Lisdodde
Lisdodde (týpha) |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
(W., Z.B., Th., Z Vl. lampepoester; W.: bezuren; W., Z.B.: dulfsigaore; Z. Vl.: dulle; Z.B., N.B., Th., Ph., Sch.: kaessen, stalkaesssen; W.: seksigaoren; W., Z.V1.: stienksigaoren, kallebout).
In Zeeland en Nederland komen twee soorten voor: de grote lisdodde (T. latifólia) en de kleine lisdodde (T. angustifólia). Beide soorten zijn vrij sterk zoutmijdend. De grote lisdodde komt het meest algemeen voor. Men vindt haar op alle Zeeuwse eilanden regelmatig in en langs voedselrijke sloten en plassen.