Iep

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Iep
, bron: Wikimedia

Iep (Ulmus)

In Nederland is het hoofdzakelijk de Hollandse iep die veel langs wegen en grachten, in parken en op oude vestingwallen werd aangeplant. De beste iepen groeien in Zeeland en Vlaanderen. Het hout wordt (werd) vooral gebruikt voor het maken van wagens, landbouwschuren, boten, doodkisten, meubels (het smallere hout voor klein gerief zoals borstels en wasknijpers); ook uitstekend geschikt voor brandhout. De duurzaamheid van het hout wordt bevorderd door de stammen een jaar te 'wateren' (in water te leggen). Deze bewerking heeft bovendien het voordeel dat het spinthout ongeveer dezelfde kleur aanneemt als het kernhout.

Hollandse iep (Ulmus xhollándica)

De Hollandse iep is vermoedelijk een bastaard tussen de veldiep (Ulmus lmus) en de bergiep {Ulmus scábra). De boom is helaas erg gevoelig voor de iepziekte (Bomen en struiken, ziekten) waardoor in de laatste decenniën veel bomen gerooid moesten worden en dijken van hun prachtige omkleding werden beroofd. In Zeeland is de gladde iep (Ulmus minor) inheems.

Kurkiep (Ulmus glábra var suberósa)

In de duinstreek, in bijvoorbeeld de Domburgse Manteling, is de kurkiep (Ulmus glábra var suberósa) een opvallende verschijning doordat de jonge takken en twijgen bezet zijn met hoge kurklijsten. Zie bomen en struiken, bosvegetatie. Iepen hebben typisch asymmetrische bladeren die in twee rijen verspreid staan langs de twijgen. De hoek die de rand van de langste helft van de asymmetrische bladvoet maakt met de bladsteel is een belangrijk kenmerk voor de identificatie van de vele kruisingen die er van de iep bestaan. De vrij onopvallende bloemen verschijnen in het voorjaar voor de bladeren. De vruchtjes van de iep zijn afgeplat en omringd door een brede, papierachtige vleugel (gevleugeld nootje). Dialect: olm.

Auteur

-K.F. Vaas

Literatuur

G. Houtzagers, Houtteelt der gematigde luchtstreek.

AFBEELDING Rij iepen langs een weg in Zeeuws-Vlaanderen