Jacobus Faro

Faro, Jacobus

(Waterlandkerkje 11 oktober 1763 - Schoondijke 21 januari 1847). Landbouwer.

Lid van de Commissie van landbouw (vanaf 1819) en medeoprichter van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij. Hij leerde de praktijk van de landbouw op het ouderlijk bedrijf en verdiepte deze kennis door zelfstudie. Hij was één van de eerste Zeeuwse boeren, die de rijenteelt en verbeterde bemestingsmethoden toepaste. Hij is echter vooral bekend gebleven als dichter van landelijke poëzie.

Publicatie: ‘Nagelaten gedichten’ (uitgave G.P. Roos, Schoondijke 1856).

AUTEUR

J.M.G. v.d. Poel, M.A. Geuze, gecontroleerd redactie 2013

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

(Waterlandkerkje 11 okt. 1763 - Schoondijke 21 jan. 1847). Landbouwer, lid van de Commissie van landbouw (vanaf 1819) en medeoprichter van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij. Hij leerde de praktijk van de landbouw op het ouderlijk bedrijf en verdiepte deze kennis door zelfstudie. Hij was één van de eerste Zeeuwse boeren, die de rijenteelt en verbeterde bemestingsmethoden toepaste. Hij is echter vooral bekend gebleven als dichter van landelijke poëzie. Publ.: Nagelaten gedichten (uitgave G.P. Roos), Schoondijke 1856.