Van der Schatte
Schatte, Van Der |
---|
Aanzienlijke redersfamilie te Zierikzee. in de 17de en 18de eeuw.
Albertus (Zierikzee 21 april 1678-14 mei 1725). Schepen (1706-1725) en burgemeester (1722), keurmeester van de meekrap (1702-1706). Overdeken van het schoenmakersgilde (1714-1725). Kocht in 1719 in Noordgouwe een boerderij die als buitenplaats 'Blevkziet' lang in de familie bleef. De naam wasontleend aan nabijgelegen blekerijen. in de 17de eeuw aangelegd door doopsgezinden.
Nicolaas (Zierikzee 13 okt. 1705-23 okt. 1751). Zoon van bovengenoemde en Agatha Doll. Studeerde te Leiden, was pensionaris honorair en griffier van Zierikzee (1745-1750) Verzorgde de, terecht geroemde. beschrijving van Zierikzee en Schouwen-Duiveland in de delen IX en X van de 'Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden', Amsterdam 1751. Erfde van zijn moeders vader (Nicolaas Doll) een hofstede met 74 gemeten land in de Vier Bannen van Duiveland. Werd begraven in de St. Lievensmonsterkerk
Albertus (Zierikzee 5 sept. 1735-Den Haag 11 juli 1807). Zoon van bovengenoemde en Martina Schuurbecque. Was onder andere commissaris van de posterij (1776-1787), overdeken van het karrelieden-, het tappersen het korenkopersgilde (1780-1787). Was in 1787 burgemeester, raad en ordinair-gedeputeerde van Zierikzee en patriottisch gezind. Na de plunderingen van 24 september 1787 vluchtte hij naar Antwerpen.
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteur
Jansen, J.P. Vaane
Literatuur
- Nagtglas, Levensberichten.
- P. D. de Vos, De vroedschap, 695-697.
- P.D. de Vos De vroedschap van Zierikzee van de tweede helft der 16de eeuw tot 1795 (Middelburg, 1931).