Cornelis Zwigtman
Cornelis Zwigtman | |
---|---|
Wissenkerke, monumentaal pand, 2014, foto: M. Verbeek, Bron: Wikimedia Commons | |
Geboren | 7 juni 1781 's-Heerenhoek |
Overleden | 1 november 1866 Wissenkerke |
Beroep | Wagenmaker, schilder en dichter |
VIAF | Cornelis Zwigtman |
Biografie
Schilder
Cornelis Zwigtman was de zoon van Marinus Zwigtman en Sia (Josina) de Moor. Zijn vader had eerder een wagenmakerij overgenomen in 's Heerenhoek. Na acht jaar verkocht vader Marinus zijn wagenmakerij en vestigde zich op Noord-Beveland, waarna hij daar zich ook als wagenmaker vestigde. Ook hier nam hij een bestaande wagenmakerij over.
Ook zoon Cornelis Zwigtman kwam terecht in de wagenmakerij, maar voelde zich meer thuis in het tekenvak. Hij bezocht daarom enige tijd de Tekenacademie te Middelburg. Daarna was hij als tekenaar werkzaam in de Middelburgse behangselfabriek van Van Oppen en Gaal. Later werd hij in de zomermaanden huisschilder in Wissenkerke. In de wintermaanden was hij dan actief als kunstschilder.
In zijn schilderijen zien we vaak Noord-Bevelanders in klederdracht. Hierdoor levert zijn werk veel informatie over de kledij van de plaatselijke bevolking in die tijd. Ook landschappen en huisinterieurs zijn vaak geschilderd door Cornelis Zwigtman.
Zijn schilderijen hebben weinig kunstwaarde, maar zijn van belang voor de kennis van het Noordbevelandse volksleven en de klederdracht. Wat betreft zijn schilderstijl onderscheidt hij zich volgens A.A. van der Poel door een soepele penseelstreek, fraaie kleuren, aandachtige observering en uitbeelding van zijn modellen.[1]
Cornelis Zwigtman trouwde in 1808 met Adriana de Vos. Uit het huwelijk kwamen acht kinderen voort. Adriana de Vos overleed in 1833, waarna hij dat jaar hertrouwde met Maria Theodora Wijtman.
Zijn zoon Marinus (Wissenkerke 8 mei 1818-Wissenkerke 26 jan. 1848) en zijn leerling en knecht Karel Kramer volgden hem als schilder na. Zie kleuren plaat XXX, t.o.pag. 369.
Dichter
Cornelis Zwigtman was behalve als kunst- en huisschilder ook actief als dichter. Hij was bevriend met de dichter Hendrik Tollens, die hem tot de poëzie aanspoorde. Op de Noordbevelandse nutsavonden oogstte hij veel succes met zijn rijmen, zoals de 'Zeeuwsche boerenkermis' (1817) en 'Staal van Zeeuwschen heldenmoed of het voorgevallene in Noord-Beveland op den 13 van wintermaand 1813', beide in 1820 uitgegeven. Ook beschreef hij in dichtvorm de levens van de kunstschilders Jan Steen (1841) en Adriaan Brouwer (1863).
Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteur
A.J.B., W. van Gorsel (herzien, 2018)
Bronnen
- A.A. van der Poel, Drie Noordbevelandse schilders, uitgave Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen in: Archief, 1968 nr. 1, pag. 7 e.v.
- A.A. van der Poel, 'Drie Noordbevelandse schilders', in: Archief (1968) 7-44.
- ZB, Documentatiemap Cornelis Zwigtman, Middelburg, 2010
- Cornelis Zwigtman (documentatiemap) (Middelburg: Zeeuws Documentatiecentrum, 2010).