Elisabeth Colijn

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Marja (overleg | bijdragen) op 18 aug 2014 om 12:37 (Marja heeft pagina Colijn, Elisabeth hernoemd naar Elisabeth Colijn: hernoemd)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Colijn, Elisabeth

(Dordrecht 30 juni 1802 - Veere 22 juni 1896). Vroedvrouw. Op 22-jarige leeftijd liet zij zich te Middelburg inschrijven voor de opleiding tot vroedvrouw, waar zij na twee jaar haar diploma haalde. Zij huwde tweemaal; naar haar tweede echtgenoot werd zij algemeen als juffrouw Loene betiteld. De geneesheren hadden veel met haar op, evenals haar kraamvrouwen. Zij werd benoemd tot stadsvroedvrouw en leidde als zodanig veel leerlingen op voor de praktijk van het vak. Zij werkte samen met dr. J.C. de Man, die haar ten bate van de statistiek vroeg hem op slinkse wijze de zg. 'blauwe boekjes' ter inzage te geven, waarin trouw- dag-, geboorte- en sterfgevallen in het gezin opgetekend werden. De Man constateerde verbaasd, dat het grootste deel der eerste geboorten 'vroeggeboorten' waren; enige kinderen waren zelfs een paar dagen of weken na het huwelijk geboren. In strijd met hetgeen de toenmalige leerboeken over deze vruchten van de zonde voorspelden, bleken bijna alle kinderen in leven. Als stedelijke beambte verleende mej. Loene ook diensten bij lavementen van armen. Haar uithangbord luidde dan ook 'Stadsvroedvrouw en Lavementzetster' (lavement = clysma). Elisabeth werd 94 jaar oud, ze stierf in behoeftige omstandigheden, aangezien zij leven moest van f. 80 pensioen per jaar. Zij mag de evenknie genoemd worden van de zeer bekende 'vrouw Schrader' uit vroeger dagen. Haar dochter, Cornelia Johanna, drukte de voetsporen van haar moeder te Middelburg. Ze was evenwel zwak van gestel en overleed op 47-jarige leeftijd.


AUTEUR

A.M. Lauret


L ITERATUUR

J.C. de Man, Geneeskundige school, II, 129-131.