Willem Aarnout van Citters
Citters, Willem Aarnout Van |
---|
(Middelburg 28 jan. 1741 - Arnemuiden 22 sept.1811). Magistraat. Studeerde te Leiden, waar hij tot doctor in de beide rechten promoveerde op een dissertatie: De testamentis (19 febr. 1760), waarna hij zich als advocaat vestigde te Middelburg, van welke stad hij in 1761 raad werd; tevens werd hij benoemd tot bewindhebber van de Oostindische Compagnie, ter kamer Amsterdam. In 1786 (vlg. Nagtglas april 1788) benoemd tot Raadpensionaris van Zeeland, werd hij samen met de Raadpensionaris L.P. v.d. Spiegel naar Utrecht gezonden teneinde tot een oplossing te komen van de onenigheden in het gewest en tot behoud van de Unie. Hij had zijn Raadpensionarisschap voor een periode van 5 jaar aanvaard; in 1791 bleef hij aan tot de omwenteling van 1795. 2 maart 1795 werd de betrekking vacant. Tot zijn dood woonde hij afgezonderd op zijn hofstede Brakenburg onder Arnemuiden.
AUTEUR
L. Hageman
LITERATUUR
Van der Aa, Biographisch woordenboek. Nagtglas, Levensberichten.