Joan Bohl
Joan Bohl | |
---|---|
Bestand:.jpg ' | |
Geboren | 8 oktober 1836 Zierikzee |
Overleden | 21 oktober 1908 Amsterdam |
Beroep | jurist |
VIAF | [1] |
Prestaties
Bohl promoveerde te Leiden op 2 februari 1865 op het proefschrift Een tweetal vragen van Nederlandsch regt etc. en werd daarna advocaat te Amsterdam. Hij schreef onder verschillende pseudoniemen zoals: Diodorus B., Constantijn Ager, Quos Ego en Hendrik Smits, novellen, gedichten, romans, zedenschetsen en wetenschappelijke artikelen, zowel in het Nederlands als in het Frans. Bekend werd zijn Dante Alighieri, Goddelijke Komedie, in Nederlandsche verzen vertaald, met verklaringen en geschiedkundige aantekeningen (1876-78-83). Als katholiek schrijver kwam hij in aanraking met het tijdschrift de Wachter en zijn redacteuren, Lipman en Schaepman. Met de laatste kwam hij in conflict wegens diens recensie in de Wachter over Bohl's boek De Godsdienst uit staat- en rechtskundig oogpunt (Wachter 1872). Voor zijn omvangrijk verweer was geen ruimte genoeg in de Wachter en daarom kwam dit afzonderlijk uit als `Kritiek in de Wachter'(1872). Hij bleef daarna een tegenstander van Schaepman. Van grote betekenis voor de handel waren zijn Code de commerce du royaume d'Italie, traduit, commenté et comparé au principaux codes de commerce européens, etc. (Parijs 1895). Bohl huwde op 10 juni 1869 te Zierikzee met Cornelia Petronella Joanna Tachi (Zierikzee 21 maart 1844 - Amsterdam 20 januari 1910).
Bibliografie
- Viool en klok ((S.l.), 18xx).
- Dief en brandstichter; een woord van toelichting nopens het misdrijf, gepleegd ten huize van J.J. Ermerins (Zierikzee, 1858).
- Brief van J. Bohl Jgz. aan N.N (Zierikzee, 1858). Toezending van zijn boek Dief en brandstichter
- Een tweetal vragen van Nederlands regt Proefschrift (Leiden, 1865).
Auteur
-Holtkamp
Literatuur
-N.N.B.W. VII.