Ina van der Beugel
Ina van der Beugel | |
---|---|
Omslag van het boek 'Zo was het, herinneringen uit de tijd van pijpekrullen, griffeldoos en kolenkit' | |
Geboren | 30 december 1914 Amsterdam |
Overleden | 15 januari 2003 Almen |
Beroep | journalist en schrijver |
VIAF | [1] |
Biografie
Ina van der Beugel was de dochter van Theodor Max van der Beugel en Sophia van Praag. Haar broer was Ernst Hans van der Beugel (1918-2004) die diplomaat en directeur van KLM werd. In 1946 trouwde Van der Beugel met Johan Brokmeier (? - 1967), met wie zij tot 1964 te Middelburg woonde. Direct na de oorlog startte Van der Beugel haar journalistieke carrière, waarna ze al spoedig bij Elseviers Weekblad ging werken. Zij zou dertig jaar lang een column verzorgen voor het Algemeen Handelsblad (later NRC-Handelsblad) waarin korte stukjes over het gezinsleven van mannen, vrouwen en kinderen onder de titel 'Brieven van een stedelinge uit de provincie', hetgeen zij dertig jaar zou doen. In 1983 stopte zij haar werk voor de NRC om in 1992 opnieuw de pen ter hand te nemen en in columns haar jeugdherinneringen te beschrijven. Aanvankelijk gebruikte Van der Beugel het pseudoniem Jacquelientje Plof. Enkele van haar boeken maakten grote opgang, onder meer ‘Papieren harten’ (1945), ‘Een man over vrouwen (1946, 1965)’, ‘Een vrouw over mannen’ (1946, 1965), ‘Een bosje van dit’ (1947), ‘Een snufje van dat’ (1954) ‘Herinneringen van een niemendalletje (1955)’ en, met Amy Groskamp-ten Have, Hoe hoort het eigenlijk? (1979). De meeste boeken verschenen eerder als feuilleton in Elseviers weekblad. Drie van haar boeken werden in het Duits vertaald. Ook schreef zij ‘Honderdvijftig jaar Van Benthem en Jutting’ (1951). Na haar vertrek uit Middelburg verdween Zeeland uit haar belangstelling.
Bibliografie
Auteur
-P.J. Meertens, herz. Peter Sijnke (2011).