Piet de Visser

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Wim van Gorsel (overleg | bijdragen) op 7 jan 2015 om 08:53 (Piet de Visser)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Piet de Visser (Oost-Souburg, 23 september 1934) is een Nederlandse voetbaltrainer en scout. Sinds 2005 is hij werkzaam bij de Engelse topclub Chelsea FC.

Tijdens zijn trainerscarrière stond De Visser bekend als een bevlogen en praatgrage coach. Ook als analist in voetbalprogramma's rakelt hij graag oude anekdotes op. Als scout groeide hij uit tot een kenner van het Braziliaans en Afrikaans voetbal.

Trainerscarrière

Piet de Visser als trainer van Telstar (1966).
Piet de Visser als coach van RWDM (1977).

De Visser kwam als voetballer uit voor De Zeeuwen, RCH en Zeeland Sport. Het duurde dan ook niet lang alvorens hij zich volledig concentreerde op zijn trainerscarrière. Op 23-jarige leeftijd ging hij aan de slag bij Sparta Rotterdam, waar hij jeugd- en hulptrainer werd. Midden jaren 60 werd De Visser hoofdcoach van D.F.C.. Met die semiprofclub werd hij in 1966 kampioen in afdeling B van de tweede divisie.

Nadien stapte hij over naar eredivisionist Telstar, dat net jeugdtalent Ruud Geels naar Feyenoord had zien vertrekken. De Visser kende geen succesvol begin bij de club uit Velsen-IJmuiden. In 1967 ontsnapte Telstar ternauwernood aan de degradatie. Nadien loodste De Visser het team naar de middenmoot. Na drie seizoenen keerde hij terug naar zijn vorige werkgever, die inmiddels naar de eerste divisie was gestegen.

In 1971 verliet hij D.F.C. een tweede keer. De Visser belandde bij reeksgenoot De Graafschap, waar hij spelers als Guus Hiddink, Gerrie Deijkers, Martin Haar en Oeki Hoekema onder zijn hoede kreeg. Onder leiding van De Visser promoveerde de club in 1973 voor het eerst naar de eredivisie.

Na drie succesvolle jaren ruilde hij De Graafschap in voor N.E.C., dat net naar de eerste divisie was gezakt. Met spelers als Janusz Kowalik en Jan Peters knokte N.E.C. zich meteen terug naar de hoogste afdeling. De club uit Nijmegen werd in 1975 kampioen in de eerste divisie. Het eerste seizoen na de promotie werd N.E.C. zevende in de competitie. Nadien zakte het team opnieuw weg.

In 1976 verhuisde de Nederlander voor het eerst naar het buitenland. De Visser volgde trainer Felix Week op bij het Belgische RWDM dat een jaar eerder kampioen was geworden. Bij de Brusselse club werkte De Visser samen met onder meer Johan Boskamp, Nico de Bree, Willy Wellens, Morten Olsen en Kresten Bjerre. Onder zijn leiding werd de club vierde in de competitie en bereikte het de halve finale van de UEFA Cup. RWDM schakelde onderweg onder meer FC Schalke 04 en Feyenoord uit, maar moest in de halve finale zijn meerdere erkennen in het Spaanse Athletic Bilbao. In november 1977, na een zware nederlaag in de topper tegen Club Brugge, werd De Visser ontslagen.

Hij keerde terug naar Nederland en werd in 1978 coach van FC Den Haag. In zijn eerste seizoen eindigden de Hagenaars, die in die dagen konden rekenen op Lex Schoenmaker, Henk van Leeuwen en Jos Jonker, op de zevende plaats. Na twee jaar Den Haag ging De Visser aan de slag bij Roda JC, dat hij na drie seizoenen opnieuw deed aansluiten bij de Nederlandse subtop. In 1983 verkaste hij naar AZ, dat hij meteen naar een zesde plaatste leidde. Toen de club het volgende seizoen wegzakte, mocht De Visser opkrassen.

Voor de rest van de jaren 80 was De Visser actief bij Willem II. De club was in 1984 naar de eerste divisie gedegradeerd en hoopte met De Visser terug te keren naar de eredivisie. In zijn eerste seizoen eindigde de club als vijfde, een jaar later werd Willem II vicekampioen. De Tricolores mochten daardoor terug naar de hoogste afdeling. Het eerste seizoen na de promotie wist Willem II meteen te stunten. Onder leiding van De Visser werd de club vierde in de competitie en greep het in de nacompetitie net naast Europees voetbal. In 1990 gaf De Visser de fakkel door aan zijn assistent en protegé Adrie Koster. Toen die in de zomer van 1991 naar Roda JC verkaste, werd De Visser opnieuw zelf hoofdcoach van de Tricolores. In oktober 1991 werd hij opgevolgd door Jan Reker.

Een seizoen later werd De Visser trainer van NAC Breda, maar daar moest hij in oktober 1992 wegens hartklachten mee ophouden. De inmiddels 58-jarige De Visser zette een punt achter zijn trainerscarrière.

In 2005 kreeg hij voor zijn volledige carrière de Rinus Michels-oeuvreprijs.

Scout

Na Breda ging De Visser in heel de wereld, maar vooral in Afrika en Brazilië, op zoek naar jonge talenten. In eigen land werd zijn neus voor talent niet altijd erkend. Toen hij de 11-jarige Leonardo in 1995 naar Feyenoord loodste, kreeg hij tot zijn grote ergernis de reputatie "een kinderlokker" te zijn.[1]

Midden jaren 90 werd De Visser als scout binnengehaald bij PSV. De oud-voetbalcoach werd hoofd van de scoutingafdeling en was verantwoordelijk voor het ontdekken van onder meer Gomes, Alex en Kezman. In 2008 stapte hij op na een vertrouwensbreuk met toenmalig PSV-directeur Jan Reker.

In 2005 werd De Visser als scout en adviseur in dienst genomen bij de Engelse topclub Chelsea FC, waar twee jaar eerder Roman Abramovitsj voorzitter was geworden. De Visser werd een vertrouwenspersoon van Abramovitsj.

Privéleven

De Visser heeft vijf overbruggingsoperaties achter de rug en heeft in het verleden tumors laten verwijderen uit zijn maag, slokdarm en lies. Hij woont in Oisterwijk.

Erelijst

Piet de Visser wordt op handen gedragen door de spelers van N.E.C. (1975).

D.F.C.

Kampioen in tweede divisie B: 1965

De Graafschap

Winnaar nacompetitie eerste divisie: 1973

N.E.C.

Kampioen eerste divisie: 1975

RWDM

Halve finale UEFA Cup: 1977

Willem II

Vicekampioen eerste divisie: 1987

Individueel

Rinus Michels Award: 2005 (oeuvreprijs)

Sjabloon:Opvolging Sjabloon:Opvolging Sjabloon:Opvolging Sjabloon:Opvolging Sjabloon:Opvolging Sjabloon:Opvolging

Zie ook

Bronnen, noten en/of referenties
  1. De wereld van voetbalscout Piet de Visser DittyEimers.nl, september 2005