Jan Campert

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 14:26 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Campert, Jan Remco Theodoor

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


(Spijkenisse 15 aug. 1902 - Neuengamme (Duitsland) 12 jan. 1943). Letterkundige, bekend geworden door zijn gedicht `De achttien dooden', dat als rijmprent in WO II grote opgang heeft gemaakt. De roman `Wier'(1935) beschrijft het leven van boeren, jutters en stropers te Westkapelle, waar zijn vader arts was en hij een groot deel van zijn jeugd doorbracht. Zijn Westkappelse jaren heeft hij beschreven in 'Herinneringen aan Zeeland' (Ons Zeeland, 3, 1928; 4,1929). Een van zijn beste gedichten is 'Lof van Walcheren', opgenomen in zijn Verzamelde Gedichten 1922-1943 (1947).


AUTEUR

P.J. Meertens


LITERATUUR

Hoekstra, Over Jan Campert.


AFBEELDING

Jan Campert heeft zich nooit kunnen neerleggen bij de Duitse overweldiging van Nederland. Zijn beroemde gedicht oxer `De achttien dooden' getuigde reeds daarvan. Hij schreef het onder de indruk van de eerste massa-processen, die eindigden in massafusillades. Van hand tot hand doorgegeven werd het XIVe sonnet uit zijn bundel 'Sonnetten voor Cynara'. Om veiligheidsredenen werd het vers uit het boekje weggelaten, maar voor enkele vrienden schreef hij het erin (afb. 2). Campert probeerde ook vervolgde joodse landgenoten in veiligheid te brengen. Bij een van deze expedities werd hij gegrepen en via Breda en Haren naar Neuengamme versleept, waar hij overleed. Een uit de gevangenis van Breda gesmokkeld briefje (afb. 3: voorkant; afb. I: achterkant) getuigt van deze lijdensweg.